Minister Adema heeft de definitieve lijst met wintergewassen eindelijk gepubliceerd. De NAV is verheugd dat cichorei en wintervlas zijn toegevoegd aan de lijst. Ook zetmeelaardappelen zijn nu minder beperkt dan eerst opgenomen. Wij hadden deze gewassen met onderbouwing aangedragen in onze zienswijze. Het is alleen wel uitermate teleurstellend dat consumptieaardappelen en vezelhennep niet zijn toegevoegd. De NAV had goede onderbouwing ook voor deze gewassen en begrijpt niet dat het ministerie hieraan voorbij gaat.

Nu consumptieaardappelen niet op de lijst staan, betekent dit dat op zand en löss voor 1 oktober een vanggewas moet worden ingezaaid, op straffe van een korting in de N-gift in het volgende jaar. Praktisch gezien betekent dit dat de aardappelen bij een beetje areaal en rekening houdend met regendagen, half september geoogst moeten zijn en dus begin augustus doodgespoten moeten worden. In een laat voorjaar zoals nu wordt het groeiseizoen wel érg kort op deze manier. De meeste consumptieaardappelen op het zuidelijk zand worden geteeld voor de fritesfabrieken. Deze hebben voor hun bedrijfsvoering belang bij bepaalde rassen en de directe aankoop ‘afland’, dus zonder bewaring. Bovendien worden er eisen gesteld aan de lengte van de aardappelen. Deze eisen van afnemers (en consumenten) vormen de realiteit voor de boer. Ook is de hele bedrijfsvoering op zand niet gericht op inschuren. Als iedereen voor 1 oktober de aardappelen moet rooien, dus alles moet worden gerooid in 14 dagen i.p.v. 3,5 maand, ontstaan er daarnaast ook nog eens grote problemen in de beschikbaarheid van arbeidskrachten en rooicapaciteit. Uit onderzoek van de WUR (Verhoeven et al., Teeltvervroeging bij consumptieaardappel en snijmaïs op zand ten behoeve van vanggewassen, 2011) blijkt dat vervroegen van de oogst van consumptieaardappel op zand in combinatie met een vanggewas telen leidt tot een groter N-overschot i.p.v. een kleiner. Dit komt doordat het aardappelgewas in de laatste weken meer stikstof opneemt dan kan worden bereikt met een vanggewas. Dit argument was kennelijk onvoldoende voor het ministerie. Wij herkennen totaal niet de stelling in de Beslisnota bij de gewaslijsten dat consumptieaardappelen op zand en löss standaard worden geoogst in juli en augustus en vinden het dus onterecht dat consumptieaardappelen niet zijn toegevoegd aan de lijst.

Wat vezelhennep betreft: juist de onvoorspelbaarheid van het roten maakt dat de teelt op zand en löss in gevaar komt door de verplichting om voor 1 oktober een vanggewas te zaaien. Juist nu er wordt aangedrongen op meer teelt van vezelhennep ten behoeve van biobased bouwen, wordt vanuit het ministerie de teelt zwaar benadeeld zo niet onmogelijk gemaakt.

De vraag die rest is wanneer het ministerie nu eens over gaat op integraal beleid, waarbij geen besluiten worden genomen op basis van één facet maar breder wordt gekeken naar de duurzaamheid onderaan de streep en de maatschappelijke behoefte aan bepaalde teelten. De NAV dringt er bij deze ook nogmaals op aan bij het ministerie om deze starre kalenderlandbouw af te schaffen in plaats van steeds vaker tot wet te bevorderen. Boeren hebben te maken met steeds grilliger klimaat en daar past kalenderlandbouw niet bij!