De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) vindt dat voor een echt perspectief voor boeren een fatsoenlijk markt- en prijsbeleid voor akkerbouwproducten noodzakelijk is. Ons hieronder beschreven voorstel voor markt- en prijsbeleid richt zich met name op de bulkproducten en dan met name de bewaarbare, ‘stapelbare’ producten: granen, olie- en eiwithoudende zaden, suiker, melkpoeder. Stabiele prijzen voor deze producten vormen dan een voldoende stevige bodem onder de gehele landbouwproductie. Daarnaast is er voor alle producten een gelijk speelveld nodig binnen en buiten Europa, ook wat betreft productiemethode. Verder moeten langjarige contracten worden ingevoerd voor vergoeding van groene en blauwe diensten, veel langer dan de huidige GLB-periode van max. 6 jaar. Dit is met name van groot belang voor het verdienvermogen van extensiverende boeren.

Waarom nu?

We doen deze voorstellen juist nu om twee redenen. Ten eerste wordt steeds duidelijker dat verduurzaming van de landbouw in de EU sterk gehinderd wordt door heffingsvrije import van goedkopere producten van buiten de EU, waarbij vanwege de vrijhandelsverdragen geen eisen mogen worden gesteld aan de productiewijze. Ten tweede heeft de oorlog in Oekraïne pijnlijk duidelijk gemaakt hoe kwetsbaar de landbouwmarkten zijn. En ja, momenteel zijn de (graan)prijzen goed, maar de geschiedenis leert dat dergelijke pieken vaak gevolgd worden door lange dalen. Juist daarom moet nu gezocht worden naar stabielere prijzen en productie, en grotere voedselzekerheid wereldwijd.

NAV-voorstel

De NAV pleit voor het instellen van een Landbouw- en Voedselraad van de VN, vergelijkbaar met de Veiligheidsraad. Die krijgt als taak en bevoegdheid onder meer:

–     Het vaststellen van een prijsband voor de belangrijkste producten;

–     De benodigde strategische voorraden van de deelnemende landen bepalen;

–     De exportquota van de belangrijkste producten regelen plus de spelregels over hoe onderlinge handel/uitruil van quota te regelen om zo verstarring te vermijden.

Kort gezegd: de oude internationale goederenovereenkomsten oppoetsen. De Landbouw- en Voedselraad heeft uiteindelijk als hoogste doel om een zo groot mogelijke voedselzekerheid wereldwijd te bewerkstelligen.

Zo’n Landbouw- en Voedselraad is er niet van vandaag op morgen. De EU, in feite de grootste agrarische markt, kan de leiding nemen en het goede voorbeeld geven:

–  Kostprijsberekeningen voor de belangrijkste (stapel-)producten, gebaseerd, zoals vroeger, op het gemiddelde van middelgrote, goed geleide bedrijven. Als de marktprijs bijvoorbeeld 5% onder de kostprijs komt vindt er interventie/opkoop plaats, bij 5% er boven gaat er uit de strategische voorraad;

– Als de voorraad te groot wordt, wordt verplichte groene braak ingesteld en/of overgegaan tot meer ethanolproductie of productie van andere niet-voedingsgewassen, bijvoorbeeld voor de biobased economie;

– De EU valt niet terug op exportsubsidies;

– De EU kan dit alleen in de hand houden als er voor de belangrijkste producten importbescherming c.q. -heffingen zijn.

De Europese akkerbouw haalt met het bovenstaande pakket het inkomen uit de markt. De inkomenstoeslag in de vorm van de basispremie per hectare kan dan op termijn vervallen. Eco-regelingen op vrijwillige basis blijven wel mogelijk.

Zonder bescherming lukt het EU-beleid op het gebied van duurzaamheid en voedselveiligheid niet: de eigen productie wordt dan verdrongen door goedkopere, minder duurzame en minder veilige import. En dit heeft uiteindelijk ook negatieve impact op de voedselzekerheid buiten Europa.

Wij zullen deze voorstellen inbrengen bij het Landbouwakkoord.

Nadere uitleg en onderbouwing vindt u in de bijlage en op www.nav.nl. Momenteel werken wij de instrumenten verder uit. Wij nodigen iedereen uit om hierin met ons mee te denken (aanmelden via info@nav.nl).