Landbouwminister Piet Adema wil met alle stakeholders in de voedsel- en landbouwketen een landbouwakkoord sluiten. Dit akkoord moet duidelijkheid bieden voor boeren en burgers, voor de hele samenleving dus. In het akkoord moet helder worden waar we met de landbouw en voedselproductie in 2040 moeten staan. Hoeveel landbouw willen we hebben in Nederland en hoe moet die landbouw er uitzien. Het akkoord moet aangeven hoe we alle klimaat-, milieu- en natuuruitdagingen waar de landbouw voor staat het hoofd kunnen bieden. En daar bovenop moet dit akkoord vooral ook helderheid scheppen in hoe we als boeren een eerlijk inkomen kunnen verdienen.

De NAV pleit al een hele tijd voor een breed gedragen landbouwakkoord, dat een stip op de horizon zet waar de landbouw naar toe gaat werken. De visie zou vragen moeten beantwoorden als: hoe belangrijk vinden we in Nederland de voedselproductie? Welk belang heeft voedselzekerheid, zelfvoorziening? Op dit moment is ons land voor 56% zelfvoorzienend.

Voor de NAV is het belangrijkste uitgangspunt dat boeren een eerlijk inkomen uit de markt kunnen halen. De NAV is er van overtuigd, dat dit bij het huidige landbouwbeleid van Nederland en de EU onmogelijk is. Nederland is geen eiland, maar maakt deel uit van de Europese interne markt. Dus daardoor is het al onmogelijk om alleen aan Nederlandse boeren extra eisen te stellen, die vervolgens door de markt betaald zouden moeten woorden. Daarnaast heeft de EU een groot aantal handelsakkoorden afgesloten met allerlei landen en groepen van landen. Deze akkoorden maken het mogelijk dat hier zonder belemmeringen voedsel op de markt kan komen dat aan veel lagere productiestandaarden hoeft te voldoen dan in Nederland geproduceerd voedsel. En de EU is nog steeds bezig met onderhandelingen over nog meer handelsakkoorden, zoals met Chili, Mexico en de Mercosur-landen. Op deze manier wordt de ongelijke concurrentiepositie voor Nederlandse boeren alleen maar verder versterkt.

Het huidige landbouwbeleid staat perspectief voor boeren in de weg

Het Ministerie van LNV is naarstig op zoek naar perspectief voor boeren in de uitwerking van alle beleidsopgaven op het terrein van klimaat, waterkwaliteit en natuur en biodiversiteit. Door dit beleid worden boeren opgezadeld met forse kostenstijgingen en daarnaast stevige aanslagen op het verdienvermogen. De vorige minister van LNV, Staghouwer, is bij deze zoektocht afgehaakt. Minister Adema hoopt dat het landbouwakkoord de redding kan brengen. De NAV is er van overtuigd dat het landbouwakkoord alleen een oplossing kan bieden wanneer de keuze wordt gemaakt om over te stappen van het huidige beleid (‘de vrije markt kan alles wel oplossen’) naar een markt- en prijsbeleid.

Uiteraard kan het helpen als boeren een eerlijke vergoeding krijgen voor de eco-systeemdiensten die ze verrichten. Die vergoedingen moeten dan ook meer zijn dan alleen kostendekkend om bij te kunnen dragen aan het verdienvermogen van boeren. En de keten kan een bijdrage leveren om er voor te zorgen dat boeren ook daadwerkelijk beloond worden voor extra inspanningen voor meer duurzame producten. Maar voor een duurzaam perspectief, moet juist de prijs van onze corebusiness (granen, aardappelen, enz.) kostendekkende prijzen opleveren. Het perspectief kan niet alleen van ‘randzaken’ komen.

En de overheid kan boeren helpen om over te schakelen naar ‘kringlooplandbouw’, hoewel de meeste boeren geen idee hebben wat dat dan is. En het is zeker geen concept met een verdienmodel. Dat eigen verdienmodel heeft de biologische landbouw wel, alleen is de ruimte in dat marktsegment uiterst beperkt.

Conclusie

Wanneer we van het op te stellen landbouwakkoord niet alleen verlangen dat het een oplossing biedt voor alle maatschappelijke uitdagingen waar de landbouw voor staat, maar ook verwachten dat het boeren een toekomstbestendig perspectief biedt, zal er voor herstel van markt- en prijsbeleid gekozen moeten worden. En dat kan natuurlijk niet in Nederland alleen, dit kan alleen in Europees verband. Dan kan de overheid zorgen voor een gelijk speelveld binnen en buiten Europa en kan de overheid zo nodig in de markt ingrijpen om vraag en aanbod bij elkaar te brengen.

Inzet NAV bij het landbouwakkoord

De NAV is niet uitgenodigd om aan de Hoofdtafel mee te praten. We zijn wel tevreden dat de eerste opzet, met maar drie partijen die zouden tekenen en mochten meepraten, is veranderd. Er worden nu Sectortafels en een Brede Landbouwtafel ingericht en daarnaast werkgroepen om bepaalde thema’s die over de sectoren heen spelen, op te pakken. De NAV neemt deel aan zowel  de Brede Landbouwtafel als aan de Sectortafel Akkerbouw en Vollegrondsgroenten. Daar zal de NAV zich constructief opstellen en o.a. bovenstaande visie inbrengen. Bij de eerste bijeenkomst van de Brede Landbouwtafel bleek dat veel aanwezigen al pleitten voor een ‘marktmeester’. Ook steeds meer organisaties en politieke partijen constateren dat de markt niet alle problemen kan oplossen. Het inzicht dat een gereguleerde markt die mogelijkheid wel heeft, begint dus gehoor te vinden.