De Nederlandse Akkerbouw Vakbond heeft kennis genomen van het indienen van het definitieve Nationaal Strategisch Plan (NSP) voor het nieuwe GLB. Onze conclusie: dit NSP doet geen recht aan de eerste basisdoelstelling van het GLB: een behoorlijk inkomen voor boeren en voedselproductie veilig stellen. Minister Schouten geeft in haar Kamerbrief duidelijk aan dat Nederland meer dan andere lidstaten inzet op doelgerichte betalingen (in pijler 2) en minder op de basistoeslagen die de boeren van een bestaansminimum moeten verzekeren. Wij hebben herhaaldelijk onder de aandacht gebracht, dat de gekozen doelen in pijler 2 (peilverhoging veenweidegebieden, stikstofbufferzones rondom N2000 gebieden) niet of nauwelijks voor akkerbouwers van toepassing zijn, waardoor juist akkerbouwers er fors op achteruit gaan in pijler 1 en dit niet kunnen compenseren in pijler 2.

De basisvoorwaarden, conditionaliteiten (GLMC’s) zijn veel te laat bekend. Maar de vraag is vooral of de definitieve eisen voor de basisbetalingen aantrekkelijk zijn voor akkerbouwers. Ondanks de vrijstelling van GLMC 7 en 8 (gewasrotatie en verplichte braak) voor 2023 blijven de GLMC’s moeilijk om aan te voldoen. Met name de bufferstroken in GLMC 4, het hoge percentage verplichte bedekking in GLMC 6 en het feit dat GLMC 7 en 8 wel gelden als je aan de ecoregeling mee wilt doen, werken belemmerend op de deelnamebereidheid denken wij. Bovendien is er plotseling een nieuwe voorwaarde toegevoegd: 1 m bufferstrook langs droge sloten (GLMC 10).

Ook zijn de mogelijkheden voor akkerbouwers in de ecoregeling nog steeds zeer beperkt. Ondanks moties in de Tweede Kamer is er niet serieus gewerkt aan het opnemen van meer opties voor akkerbouwers in de ecoregeling in 2023, alleen het telen van een vezelgewas is toegevoegd. Het enige positieve is dat eenmalig de ‘toelating’ tot de ecoregeling iets makkelijker wordt in 2023.

Het hele proces is een schoolvoorbeeld van te trage en te late besluitvorming. Een consortium van partijen uit de sector waaronder de NAV heeft daarom op 3 oktober 2022 aangedrongen op gefaseerde invoering van zowel het 7e Actieprogramma (GLMC 4 in het GLB ) en het GLB: Overgangsjaar onontkoombaar: sector roept overheid op tot redelijkheid en bijsturing 7e APN en GLB.

Al sinds juni 2021 heeft de NAV er op aangedrongen om op tijd, d.w.z. uiterlijk 1 juli 2022, alle maatregelen bekend te hebben en de simulatietool draaiend. Het is voor ons onbegrijpelijk dat de simulatietool pas februari volgend jaar op zijn vroegst klaar zal zijn. We hebben sterk de indruk dat men op het ministerie nog steeds niet door heeft op welke momenten in het jaar akkerbouwers keuzes maken voor het nieuwe groeiseizoen. De minister geeft wel toe in haar brief, dat alles voor akkerbouwers veel te laat is en komt enigszins tegemoet aan de problemen die dat veroorzaakt, maar wij vinden het onverteerbaar dat meteen daarop wordt gesteld dat de betalingen volgend jaar dan dus ook later zullen zijn. Men heeft toch alle tijd om er alsnog eens flink de schouders onder te zetten en ervoor te zorgen dat de boeren niet ook nog door te late betalingen in de problemen komen.

De NAV is er voorstander van dat boeren hun inkomen uit de markt kunnen halen en dat het GLB overbodig wordt door markt- en prijsbeleid. Wat nu dreigt te gebeuren is dat akkerbouwers massaal afhaken zonder dat er markt- en prijsbeleid komt. Daarmee zijn noch de akkerbouw noch de doelen van het GLB gediend. De resultante van dit beleid is dat de marges van de akkerbouw verder onder druk komen. Het verleden heeft geleerd dat dit leidt tot verdere intensivering en schaalvergroting in de akkerbouw. En dat is precies tegengesteld aan de maatschappelijke wensen en de doelen van het GLB.