Op 1 april 2022 is de wet Oneerlijke Handelspraktijken (OHP) van kracht geworden. De NAV heeft zich sterk gemaakt voor de aanpak van oneerlijke handelspraktijken. Uit een ledenpeiling in 2015 bleek dat 72% van de mensen die de peiling invulden in de vijf jaar daarvoor last had gehad van oneerlijke handelspraktijken, met name plotselinge eenzijdige wijzigingen in contracten en prijzen door de afnemers. De NAV heeft indertijd hard gelobbyd voor een wet die boeren beschermt tegen oneerlijke handelspraktijken en we zijn blij dat deze er nu is. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) speelt een rol bij de uitvoering en heeft een bijeenkomst gehouden om nadere uitleg te geven.

De wet OHP

Wat houdt de wet nu precies in? Ten eerste is belangrijk om duidelijk te maken dat de wet alleen geldt in de agro-voedselketen. En alleen in die situaties waarin de afnemer veel groter is dan de toeleverancier. De wet geldt dus in het algemeen niet wanneer boeren door een toeleverancier worden benadeeld, u bent immers als boer niet een grote afnemer tegenover een kleine toeleverancier. Er zijn een aantal zaken benoemd die door deze wet worden verboden:

  • – te laat betalen: na 30 dagen voor bederfelijke en na 60 dagen voor niet bederfelijke producten;
  • – korter dan 30 dagen van tevoren een bestelling van bederfelijke producten annuleren;
  • – eenzijdig of met terugwerkende kracht contracten en voorwaarden wijzigen;
  • – schriftelijke contractvorm weigeren;
  • – u laten betalen voor:
  •     o  zaken die geen verband houden met de verkoop van de producten;
  •     o  bederf en verlies nadat u de producten heeft geleverd;
  •     o  onderzoek naar klachten van klanten;
  • –  bedrijfsgevoelige informatie van u krijgen, gebruiken en/of openbaar maken;
  • –  (dreigen met) vergeldingsacties, bijvoorbeeld uit de verkoop halen, geen actieaanbiedingen, geen communicatie of vernieuwingen van de overeenkomst.

 

Ook zijn de volgende zaken verboden, tenzij van te voren schriftelijk overeen gekomen:

  • – het verwijderen en/of retourneren van onverkochte producten aan de leverancier (de boer) zonder betaling voor die producten;
  • – het vragen van vergoedingen voor:
  • – kosten voor opslag, opname in het assortiment, etc.
  • – kosten van promotie zoals marketing, reclame of uitstalling in winkels;
  • – kortingen op de producten uit promotieacties;
  • – kosten van het personeel voor de inrichting van de ruimten waar de producten van de leverancier worden verkocht.

 

Wat te doen bij klachten?

Wanneer u oneerlijke handelspraktijken ervaart zijn er twee mogelijkheden: u kunt een melding doen of u kunt een handhavingsverzoek indienen. Bij een melding kunt u er voor kiezen om dit door iemand anders te laten doen, bijvoorbeeld de NAV, of om anoniem te melden. U kunt ook met een aantal boeren samen een melding doen. Meldingen, ook anoniem, kunnen worden gedaan via de website van de ACM of via een afgeschermd telefoonnummer. De ACM is niet verplicht om onderzoek te doen en zal dat vooral doen wanneer er meerdere meldingen over dezelfde afnemer worden gedaan.

Een handhavingsverzoek kan niet anoniem worden gedaan. U kunt het individueel doen of gezamenlijk. De ACM is er voor handhaving van de wet. Daarnaast is er een Geschillencommissie, die geschillen tussen producent en afnemer behandelt. Voor behandeling door de geschillencommissie betaalt u €250,- ex BTW. De uitspraak is bindend tenzij u naar de rechter stapt.

Alle info over de nieuwe wet vindt u op https://www.acm.nl/nl/onderwerpen/concurrentie-en-marktwerking/concurrentie-en-afspraken-tussen-bedrijven/concurrentie-de-landbouw-en-voedselketen/oneerlijke-handelspraktijken-de-landbouw.

De NAV gaat volgen hoe deze wet in de praktijk uitpakt. En we blijven graag op de hoogte als leden een beroep doen op deze wet.