Ook in de landbouw draait het uiteindelijk om de ‘knikkers’. Boeren moeten met voedselproductie een inkomen kunnen verwerven, anders bloedt de landbouw dood, verschraalt het platteland, neemt de voedselproductie af en raken we op termijn als land (nog) meer in een import-afhankelijke positie. Om dit doemscenario te voorkomen voeren we vanaf 1968 in de EU een Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Na de versobering en feitelijke afschaffing van het markt- en prijsbeleid zijn we nu grotendeels overgeleverd aan de vrije markt. Deze zogenaamde liberalisering heeft er in de afgelopen 50 jaar toe geleid dat in reële valuta de prijzen gehalveerd zijn. Dit gaat ten koste van zowel boereninkomen als de innovatiekracht van de landbouw en het vermogen om te investeren in klimaat- en milieuvriendelijke productiewijzen. Deze problematiek wordt inmiddels door veel partijen onderkend, waaronder de levensmiddelenindustrie en de retail!

FDF komt de eer toe de problematiek van sterk achterblijvende boereninkomens en de machtspositie van de retail/industrie (weer) goed op de kaart te zetten. Het Farmer Friendly Certificaat voor bedrijven uit de voedingsindustrie en handel die aan goede handelsvoorwaarden voldoen is een vondst. De afdracht van gelden vanuit de retail/voedingsindustrie naar een fonds, wat die gelden dan weer doorbetaalt aan boeren is veel lastiger. Individuele bedrijven moeten daar op vrijwillige basis toe bereid zijn en daar zit natuurlijk de kneep! Toch moet er wat gebeuren, want daarover zeiden alle partijen het eens te zijn…

Inmiddels heeft met name de retail wel aangegeven voor enkelvoudige producten met bovenwettelijke eisen door te willen gaan met een toeslag op de marktprijs. Dit geldt dan bijvoorbeeld voor ‘Planet Proof’, of ‘Beter voor…’ al naar gelang het product of de organisatie. Na de afwijzing van de financiële afdracht door de retail in het Farmer Friendly concept heeft LTO het voortouw genomen richting retail om samen met de Boerenvakbonden, Agractie en FDF met de retail tot een overeenkomst te komen. Echter, de FDF houdt vast aan haar volledige concept. Het grote probleem dat de komende tijd op tafel komt is dat enkel waardering van meerkosten voor bovenwettelijke eisen voor enkelvoudige producten volstrekt onvoldoende is. In de eerste plaats bestaat het grootste deel van de voedselconsumptie uit bewerkte voedselproducten en heel veel van de bestanddelen komen uit de bulkmarkt. Deze bulkproducten zijn ofwel geïmporteerd vanuit landen met lagere productie-eisen ofwel de prijsvorming staat door die importdruk zo onder druk, dat dit heeft geleid tot een halvering van het prijsniveau in 50 jaar! Hier moeten de retail én de voedingsmiddelenindustrie dus kleur bekennen, om te tonen dat men werkelijk wil werken aan een duurzaam verdienmodel voor de Nederlandse landbouw!