De beweeglijkheid van suikerprijzen is de afgelopen drie jaar binnen de EU sterk toegenomen en daarmee de inkomensonzekerheid voor landbouwproducenten. De hele suikerketen is meegetrokken in een neerwaartse prijsspiraal. De suikersector realiseert zich dat we in de EU kwetsbaar zijn geworden en niet opereren in een open en gelijk speelveld zowel binnen de EU als erbuiten. De WTO ligt op zijn gat. India exporteert vrolijk grote hoeveelheden suiker op de wereldmarkt, terwijl het zijn eigen markt afschermt. Ook Brazilië heeft zijn eigen systeem door grote hoeveelheden suiker te produceren zowel voor ethanol als suiker. Als de wereldmarkt voor suiker net iets aantrekkelijker is kan Brazilië heel gemakkelijk daarnaartoe switchen met alle gevolgen voor de prijsvorming. Covid heeft dit nog eens pijnlijk duidelijk gemaakt. Ondanks de liberalisatie van de Europese suikermarkt willen veel EU-landen toch hun suikerproductie niet verliezen. Polen bedenkt een systeem voor gekoppelde steun per hectare en Frankrijk blijkt ineens zijn milieuvriendelijke principes te laten varen als hun eigen suikerproductie in gevaar komt door een vrijstelling op het verbod van neonicotinoïden. Blijkbaar is ieder land zowel binnen als buiten de EU net zo liberaal als het hem zelf uitkomt, maar als men de wedstrijd dreigt te verliezen moet de overheid ingrijpen. Het is dan ook niet opmerkelijk dat er binnen de EU-suikerproducenten dit voorjaar een discussie ontstond om de suikerproductie als EU-suikerproducenten zelf te beheersen en daarmee een rendabelere prijs te realiseren. De mededingingsvoorschriften in de EU laten blijkbaar nu wat meer mogelijkheden toe om productieafspraken te maken (middels erkende branche- of producentenorganisaties). De EU heeft nog steeds een hoog importtarief, waardoor producenten buiten de EU zonder heffingsvrije invoerquota niet zomaar op de Europese markt kunnen concurreren. Toch kunnen er nog steeds door bepaalde ontwikkelingslanden (EBA) forse hoeveelheden suiker heffingsvrij de EU ingevoerd worden. Dit is nog een overeenkomst uit het vorige Europese suikersysteem die nog steeds van kracht is. Om werkelijk invloed uit te oefenen op de Europese suikerprijs zullen de huidige Europese suikerproducenten de totale Europese suikerproductie beneden het huidige EU-suikerverbruik moeten houden. De EU-suikerproducenten hebben de laatste jaren meer geproduceerd, waardoor ook geëxporteerd moest worden. Als het prijspeil binnen de EU hoger moet komen te liggen dan de wereldmarkt dan dreigt er natuurlijk een hogere import van de EBA-landen. Om het EU-prijspeil enigszins in de buurt te laten komen van de prijzen ten tijde van het quoteringssysteem moeten de productiehoeveelheden fors gekrompen worden. Dat betekent voor veel EU-suikerproducenten een forse krimp van het areaal. Het is daarom niet verwonderlijk dat deze discussie wat verstomd is nu het prijspeil zowel binnen als buiten de EU weer wat aangetrokken is. De prijsstijging binnen de EU lijkt nu op een bekende cyclus die de wereldmarkt van suiker meestal typeert. Lange periodes van lage prijzen met daar tussenin korte oplevingen, waarop de productie meestal zich weer razendsnel aanpast. Een productiebeheersing van suiker binnen de EU heeft op de korte termijn misschien nog weinig kans. Maar als de EU-prijzen voor de langere termijn structureel laag blijven zou een flexibeler systeem van suikerproductie voor zowel de food (suiker en eiwit) en de non-food (o.a. plastic, ethanol) als onderdeel in de Green Deal wellicht meer mogelijkheden kunnen bieden. De EU-producenten van suiker kunnen daarmee hun fabrieken en de teelt rendabeler laten draaien door de suikerproductiestromen (met non-food als buffer) beter op de vraag af te stemmen en daarmee een betere prijs te realiseren.