Momenteel staan twee onderwerpen ten aanzien van de waterschappen ter discussie, nl. de geborgde zetels voor bedrijven, ongebouwd en natuurterreinen en daarnaast het heffingenstelsel. Deze maand is er een rapport over het eerste onderwerp verschenen waarin aangegeven wordt dat de geborgde zetels opgeheven kunnen worden omdat de landbouw, bedrijven en natuurterreinen onder andere goed vertegenwoordigd zijn in de politieke partijen en dat taken van het waterschap veranderen en meer van algemene aard worden. Koren op de molen voor enkele politieke partijen. De NAV is van mening dat de geborgde zetels voor onbebouwd dienen te blijven bestaan, omdat alleen daarmee voldoende recht wordt gedaan aan het evenwicht tussen ingebrachte heffingen en belangenafweging van de landbouw! Bovendien vormt het waterschap een vorm van functionele democratie; specifiek voor waterzaken, waarop de trits van betaling, belang en zeggenschap in tegenstelling tot de algemene democratie in gemeentes is gebaseerd.

Begin juni hebben er stakeholdersbijeenkomsten over de kostentoedeling watersysteemheffing plaats gevonden. De NAV was daar niet voor uitgenodigd, maar heeft niettemin haar standpunt aan de stuurgroep verstuurd. Wij hechten eraan dat er een model wordt gekozen waarbij de heffingen op dezelfde grondslag voor alle waterschappen worden bepaald en er derhalve geen bestuurlijke bandbreedte is om per waterschap daar wijzigingen in aan te brengen. Ook vinden wij het belangrijk dat infra (wegen en spoorwegen) losgekoppeld wordt van ongebouwd en wordt ondergebracht bij gebouwd. Daarmee wordt de ‘weeffout’ in het huidige stelsel hersteld en discussie in de toekomst hierover voorkomen. Op basis van de voorliggende modellen pleiten wij voor een kostentoedeling op basis van model A, het huidige model zonder de ‘weeffout’. Dit zal tot een aanmerkelijke lastenverlichting voor ongebouwd leiden.