De Europese Unie wil meer zelfvoorzienend worden wat betreft plantaardig eiwit. Het Europarlement heeft hierover de Soy Declaration opgesteld in 2017 en de Europese Commissie heeft de lidstaten opgeroepen om allemaal een Nationale Eiwitstrategie (NES) te ontwikkelen. Het Ministerie van LNV is bezig deze NES op te stellen en heeft daarvoor een uitgebreide consultatie onder belanghebbenden in de keten gehouden.

De consultatie zou eigenlijk plaatsvinden d.m.v. bijeenkomsten, maar vanwege de coronacrisis is dit veranderd in een internetconsultatie in vier stappen. Eerst werd aan de genodigden voor de consultatie gevraagd om zich in te lezen (Stap 1) en vervolgens om aandachtspunten en ideeën te noemen (Stap 2). Na deze inventarisatie konden dezelfde genodigden stemmen uitbrengen welke van de vele punten prioriteit moesten krijgen (Stap 3). Vervolgens werden de tien belangrijkste punten opengesteld voor commentaar van alle deelnemers (Stap 4). Al met al was het een tijdrovende consultatie voor de deelnemers, met het grote probleem dat voor elke stap steeds maar een paar dagen beschikbaar waren, net in de drukke tijd op het land. Na een opmerking daarover van de NAV zijn sommige stappen iets verlengd.

Stap 1 bestond uit inlezen in de achtergrondinformatie. De website https://eiwitstrategie.fc-event.nl/  zegt over de NES: ‘Minister Schouten heeft in het Realisatieplan Visie LNV aangekondigd deze nationale eiwitstrategie (NES) te ontwikkelen. De NES heeft als doel de productie van plantaardige eiwitten en benutting van eiwitten uit reststromen en andere bronnen te vergroten. Het vergroten van de zelfvoorzieningsgraad voor plantaardige eiwitten voor mens en dier kan in Nederland worden bereikt langs drie sporen gericht op de eiwitproductieketen. Ten eerste via selectieve inzet op de teelt van bepaalde eiwitrijke gewassen in Nederland (bijvoorbeeld veldbonen) of -via export van Nederlandse kennis- elders in Europa. Ten tweede middels innovatie en ontwikkeling van nieuwe eiwitbronnen (bijvoorbeeld microalgen of insecten). Het derde spoor betreft eiwitproductie middels de verwaarding van nevenstromen (bijvoorbeeld bietenblad). Daarnaast is mede voor de economische haalbaarheid uiteraard consumentenvoorlichting van belang, waartoe vanuit LNV ook verschillende trajecten zijn opgezet.

Bij alle drie de sporen is het uitgangspunt dat de mogelijkheden moeten bijdragen aan verduurzaming van het voedselsysteem, verdienvermogen voor Nederlandse bedrijven en vraaggerichte innovatie.’

Inbreng NAV

In Stap 2 werden 12 onderwerpen behandeld met een aantal vragen per onderwerp. Voor de akkerbouw zijn met name de algemene vragen en de onderwerpen ‘Internationale afhankelijkheid van de soja-import/export’, ‘Teeltoptimalisatie en veredeling eiwitgewassen’ en ‘Opzetten eiwitrijke gewasketens’ van belang. De andere onderwerpen gaan over aquacultuur, de rol van micro-organismen, slacht- en keukenafval, nieuwe technologie en startups. De NAV heeft ingebracht dat de huidige vrijhandelsverdragen en ook de zogenaamde Juncker-Trump deal het onmogelijk maken om hier rendabel eiwitgewassen te telen, door de oneerlijke concurrentie van met name import-soja. Ook hebben wij gewezen op de noodzaak van veredeling op geschiktheid voor de Nederlandse omstandigheden en de problemen die optreden bij de extractie van de eiwitten, zoals bij lupine.

In Stap 3 zijn voor de 12 onderwerpen uit Stap 2 de belangrijkste punten samengevat en is de inbreng van verschillende deelnemers met elkaar in verband gebracht. De NAV punten zijn daarbij duidelijk meegenomen.

In Stap 4 zijn de 10 onderwerpen die door de deelnemers aan de consultatie als meest belangrijk werden aangemerkt, opengesteld voor verdere verdieping en commentaar.

 Uitkomsten

De uitkomsten van de consultatie zijn gepubliceerd in drie deelrapporten. Deze rapporten, evenals de consultatie zelf, zijn te vinden op https://eiwitstrategie.fc-event.nl/. Er valt een aantal zaken op. Ten eerste wordt er door veel deelnemers van uitgegaan dat verduurzaming vooral inhoudt dat minder dierlijke en meer plantaardige eiwitten worden geconsumeerd. De NAV heeft ingebracht dat ook de teelt in Europa duurzamer is dan import vanuit de Amerikaanse continenten. Er is ook veel aandacht voor nieuwe eiwitbronnen uit afval en met micro-organismen of insecten, maar uiteindelijk werden die toch bij de selectie van belangrijkste onderwerpen niet verkozen. Daar ging het juist om opzetten van een economisch en ecologisch duurzame keten, optimalisatie van de teelt maar ook van de eiwitextractie en dergelijke.

Tenslotte valt op te merken dat het jammer is dat er met name vanuit de teelt weinig deelnemers waren. Enerzijds kan dat komen door het uitnodigingsbeleid, anderzijds door de planning precies in de drukke tijd in de akkerbouw. Tijdens ons bezoek aan minister Schouten kwam ook ter sprake dat onze toekomstvisie een goed beeld schetst van alles wat er speelt bij de teelt van eiwitgewassen hier in Nederland. We hadden de visie al toegestuurd aan de projectleider van de consultatie en hopen hierover binnenkort met haar verder te kunnen spreken.