Op 10 juni heeft de presentatie van de NAV toekomstvisie plaatsgevonden. Minister Schouten heeft aangegeven graag met het bestuur in gesprek te willen over deze visie. Aan de visie is door de NAV hard gewerkt, met inbreng van de werkgroepen en van de leden op het NAV-Jaarcongres 2020. Waarom deze toekomstvisie en wat staat er in?

Aanleiding

Aanleiding voor het nu uitbrengen van deze toekomstvisie is de toenemende discussie over de Nederlandse landbouw, waarbij meer negatieve focus ligt op landgebruik en vervuiling dan positieve focus op efficiënte voedselproductie met een lage footprint. De NAV is voorstander van verdere verduurzaming van de teelten, maar wijst daarbij nadrukkelijk op de inkomenspositie van de akkerbouwers. Er zijn en worden veel visies, scenariostudies en stappenplannen uitgebracht, die voorbij gaan aan het feit dat de kostprijs in het algemeen hoger wordt maar de consument niet meer betaalt voor zijn voedsel. Om te voorkomen dat vanuit de overheid en de NGO’s maatregelen worden opgelegd die niet praktisch uitvoerbaar zijn, heeft de NAV met haar leden besloten proactief met een visie op uitvoerbare toekomstbestendige akkerbouw te komen.

Genoeg is Beter

In het ideaalbeeld van de NAV is de Nederlandse akkerbouw een bloeiende en gewaardeerde bedrijfstak. De consument is zich bewust van de hoge kwaliteit en lage footprint van de geteelde producten. Nederlands zaai- en pootgoed draagt wereldwijd bij aan voedselzekerheid. Export van producten vindt plaats naar landen die deze producten zelf niet kunnen telen of niet in dat seizoen en een koopkrachtige vraag hebben. Export draagt bij aan voedselzekerheid maar dumping wordt vermeden.

De visie van de NAV is ‘Genoeg is Beter’, de missie ‘economisch en maatschappelijk duurzame akkerbouw’. ‘Genoeg is Beter’ is nog steeds leidend en actueel. Overproductie leidt alleen maar tot lagere prijzen. Verduurzaming van de Europese/Nederlandse landbouw zal alleen plaatsvinden als de boeren hier een behoorlijk inkomen kunnen verdienen. Voor economisch duurzame akkerbouw is beperking van import van minder duurzaam geteeld product essentieel. Dit kan worden bereikt door landbouw buiten vrijhandelsverdragen te houden. Europese boeren moeten via aanbodbeheersing de prijs kunnen beïnvloeden. Het risico van een krappe productieplanning kan worden geminimaliseerd door het aanhouden van gelimiteerde voorraden van stapelbare producten.

Praktische maatregelen

Voor maatschappelijke duurzaamheid is een aantal maatregelen samengebracht door onze leden. Niet alle maatregelen zijn overal toepasbaar. Veel maatregelen dienen wel één van de doelen milieu (minimaliseren emissies), klimaat (tegengaan klimaatverandering) of biodiversiteit, maar niet voedselzekerheid en/of inkomen van de boer die de maatregelen toepast. Herziening van de mestwetgeving, snellere toelating van groene gewasbeschermingsmiddelen en van nieuwe veredelingstechnieken voor resistente rassen zijn goede opties voor verduurzaming. Andere teelttechnieken (minder grondbewerking) en een ruimer bouwplan zijn acties voor de akkerbouwer. Precisielandbouw wordt nog gehinderd door hoge investeringskosten. De teelt van eiwitgewassen is in onze ogen essentieel maar wordt belemmerd door lage wereldmarktprijzen en vrije import. Akkerbouw kan een belangrijke rol spelen in de biobased economie. Daarvoor is kennisontwikkeling nodig.

Saldoverlies

Doorberekening van een aantal maatregelen, o.a. bouwplanverruiming, op het effect op het saldo voor de boer laat een fors saldoverlies zien, behalve voor rassen met hogere opbrengst en hergebruik bietenblad. Dit bevestigt berekeningen van anderen met 25-40 % saldoverlies voor akkerbouwers bij implementeren van maatregelen richting natuurinclusieve landbouw. Het verdienvermogen is in veel visies het zwakke punt. De NAV gelooft niet dat consumenten in binnen- en buitenland vrijwillig meer gaan betalen voor meer duurzaam geteeld Nederlands product. Maatschappelijke verduurzaming kan dus alleen bereikt worden in samenhang met economische verduurzaming.

Ketenpartijen moeten minimaal de kostprijs betalen aan boeren om verduurzaming mogelijk te maken, maar doen dat niet uit concurrentieoverwegingen. Zelfs volledige doorberekening aan consumenten zou slechts minimale prijsverhogingen geven. Er moet met name door de overheid veel meer worden gedaan aan voorlichting van burgers over de voedselproductie, te beginnen met goede lessen op scholen met actuele informatie.

Hoe verder?

Belemmerende wet- en regelgeving moet worden herzien en plaatsmaken voor integraal beleid. Ontbrekende kennis moet worden ontwikkeld. Groene en blauwe diensten moeten worden betaald. Binnen Europa moeten heldere afspraken worden gemaakt voor een gelijk speelveld binnen de EU, in combinatie met importheffingen aan de buitengrenzen.

De huidige landbouw is niet van de ene op de andere dag ontstaan en kan niet van de ene op de andere dag veranderd worden. Er is tijd en geduld nodig voor verandering en waardering voor de stappen die worden gezet. De NAV vindt het behoud van familiebedrijven essentieel. Daarvoor is

het noodzakelijk dat het beroep van akkerbouwer aantrekkelijk blijft voor jonge boeren, zowel financieel als emotioneel.

De toekomstvisie is afgerond tijdens de coronacrisis. Deze crisis maakt eens te meer duidelijk hoe kwetsbaar ongeremde globalisering ons maakt. Enerzijds dreigt in sommige landen voedseltekort, anderzijds kelderen elders de prijzen van voedselproducten door wegvallende vraag. Juist nu is aanbodbeheersing gecombineerd met markt- en prijsbeleid essentieel. Voedsel is te belangrijk om zonder regie aan de vrije markt over te laten.

NAV toekomstvisie