De afgelopen drie jaar hebben Udo Prins en Willemijn Cuijpers van het Louis Bolk Instituut (LBI) en Ruud Timmer van WUR-PPO Open teelten het project ‘Kansrijke Eiwitgewassen’ uitgevoerd met financiering door de Brancheorganisatie Akkerbouw, gekoppeld aan het EU-project ‘Protein-2- Food’. We spreken met Udo en Willemijn over de resultaten.

Op de vraag wat de belangrijkste uitkomsten zijn, antwoorden zij: ‘We hebben vier soorten peulvruchten onderzocht, namelijk witte en blauwe lupine, veldbonen en soja. Bij blauwe lupine zijn er weinig ontwikkelingen, de opbrengst is rond de 3 ton/ha en er zijn wel wat nieuwe rassen maar die zijn niet echt geschikt voor Nederland. De markt is ingestort toen Vivera zich terugtrok, blauwe lupine gaat nu alleen naar veevoer. Bij witte lupine ligt het anders: er zijn veel meer rassen, ook rassen die goed zijn voor de Nederlandse omstandigheden. Vooral de biologische teelt vindt afzet in de markt van conserven en vegetarische producten.
Bij veldbonen zien we de meeste beweging, ook als voedingsgewas. Dit is ingezet in 2015 in het EU-project Protein-2-Food. Omdat de winterveldbonen ineens in beeld kwamen hebben we die ook meegenomen in het project ‘Kansrijke eiwitgewassen’. De eerste jaren waren de winterveldbonen veelbelovend, maar bij de zeer late vorst in 2018 bleken de Engelse rassen toch onvoldoende winterhard. Dat kan zijn opgetreden omdat er voor de vorst al een relatief warme periode was waardoor het gewas al voor de vorstperiode zijn winterhardheid verloor. Het lijkt er wel op dat winterveldbonen iets minder gevoelig zijn voor droogte, omdat ze al vroeger in het seizoen bloeien en peulzetten en daardoor de zomerdroogte voor kunnen zijn. Wat soja betreft: dit blijft een lastig gewas omdat je lang moet wachten met zaaien en een droog najaar nodig hebt voor de oogst. Met de afspraak tussen Agrifirm en Alpro-soja is er nu wel een mooie premiummarkt opgezet voor in Nederland geteelde soja, maar of dat op termijn voldoende is om die teelt echt in de benen te houden is nog maar de vraag. Er is een grote coöperatie die GMO-vrije soja teelt in Italië en Roemenië en daar zal moeilijk tegenop te concurreren zijn. Er zijn inmiddels wel nieuwe rassen op de markt die wat vroeger zijn, maar daarvan is de opbrengst wel lager.’

Kansen en bedreigingen
Over wat de grootste bedreigingen zijn voor de peulvruchtenteelt zeggen de onderzoekers: ‘Schimmels, en dan met name bruine roest en chocoladevlekken bij de veldbonen en anthracnose bij de witte lupines, zeker wanneer je de teelt laat meetellen voor de vergroening en dus geen gewasbeschermingsmiddelen mag gebruiken. In het jaar ervoor mag je wel aan onkruidbestrijding doen.’
En hoe kansrijk zijn de eiwitgewassen nu? ‘Er is een telersgroep die een goede prijs krijgt voor biologisch geteelde witte lupine voor voeding. Maar in de gangbare teelt zien wij het meeste perspectief voor veldbonen, alhoewel de mengvoerindustrie nog geen kostendekkende prijs biedt voor de bonen. Dit komt o.a. omdat deze nog steeds de prijs baseren op de eiwitprijs van GMO-soja i.p.v. GMO-vrije soja. In de korte keten zijn er al veehouders die veldbonen rendabel telen voor eigen vervoedering. Daarnaast worden veldbonen ook weer meer gebruikt voor menselijke consumptie. Zo is er al vleesvervanger op de markt op basis van veldbonen, maar ook in maaltijdsalades zijn er volop mogelijkheden voor regionaal geteelde peulvruchten. In die salades worden nu vooral kikkererwten en linzen uit het buitenland gebruikt, maar die kunnen prima worden vervangen door in Nederland geteelde lupines of bonen. Voor de veldbonen zijn er genoeg rassen die weinig tannine (een bitterstof) bevatten en onbewerkt goed eetbaar zijn.’ Overigens worden eiwitten uit veldbonen ook gebruikt om brood te verrijken voor ouderen en sporters.
De NAV pleit er voor dat ook in eiwitgewassen die voor de vergroening meetellen toch gewasbeschermingsmiddelen mogen worden gebruikt, om zo de teelt te stimuleren. De NAV heeft met de Cool Farm Tool berekend, dat eiwitgewassen ook zeer gunstig zijn voor de CO2-emissie op een bedrijf (zie www.nav.nl onder ‘Klimaat’). De hele eindrapportage van het project Kansrijke Eiwitgewassen kunt u lezen via www.louisbolk.org/nl/publicaties/publicatie/?pubID=3416.