De Commissie Aanpassing Belasting (CAB) van de Unie van Waterschappen (UvW) heeft eind mei 2018 het rapport ‘Een stevige basis voor de toekomst: de nieuwe waterschapsbelastingen’ uitgebracht. Hierbij is men uitgegaan van een drietal principes: profijtbeginsel voor de systeemheffing, de kostenveroorzaker betaalt voor de zuiveringsheffing en de vervuiler betaalt voor de verontreinigingsheffing om de huidige en toekomstige te maken kosten evenwichtiger te kunnen omslaan. Voor het toekennen van de systeemheffing heeft men de waardering van de gebouwen, gronden enz. verlaten en vervangen door het gebiedsmodel waarin gebiedskenmerken en taakuitoefening beter tot uiting komen. Daarnaast is de formule aangepast waarop de zuiverings- en vervuilingsheffing gebaseerd zijn.

De NAV heeft in februari dit jaar een zienswijze ingebracht en aangegeven dat het huidige heffingssysteem gehandhaafd dient te worden, waarbij de kostenbijdrage van wegen, spoorwegen en natuur een aanpassing verdient in het kader van het profijtbeginsel. Daarnaast is de NAV tegen het invoeren van de voorgestelde wijzigingen voor de zuiverings- en vervuilingsheffing. Tevens dienen belangrijke zaken als medicijnresten en zware metalen meegenomen te worden in de zuiverings- en vervuilingsheffing. Ook hebben we aangegeven dat de introductie van het nieuwe heffingsstelsel zal leiden tot een onevenredige kostenverhoging voor de landbouw. Voor een landbouwbedrijf van 40 hectare kan dit verhoging van 15%-300% betekenen (afhankelijk van het waterschap) hetgeen onacceptabel is. In september heeft LTO aan de UvW aangegeven ook tegen de introductie van het voorgestelde nieuwe stelsel te zijn (met deels overeenkomstige argumenten als NAV).

De waterschappen hebben in het derde kwartaal van 2018 het nieuwe stelsel uitvoerig bestudeerd en doorgerekend. Er kwamen veel onduidelijkheden en ongelijkheden naar boven. De waterschappen hebben op 12 oktober de voorstellen van het UvW dan ook niet goedgekeurd. De UvW zal in december een aangepast voorstel ter goedkeuring voorleggen waarin ondermeer nader onderzoek nodig is naar het gebiedsmodel (2018-medio 2019) en hoe natuur dient te worden gecategoriseerd (2018-medio 2019).

Alles beschouwend heeft de CAB drie jaar intensief gewerkt aan de voorstellen en zijn er (concept) rapporten gepresenteerd met vele onduidelijkheden. De UvW wilde komen tot een nivellering van de tarieven van de diverse waterschappen, maar men heeft verzuimd een goed bijbehorend verhaal te presenteren. Dit heeft geleid tot onbegrip en vragen bij belangenbehartigers en waterschappen. Alleen al de uitgevoerde werkzaamheden in het kader van een nieuw belastingstelsel door de CAB, UvW en waterschappen zal een verhoging van enkele euro’s kunnen betekenen voor de ingezetenen, eigenaren gebouwd en ongebouwd. Kortom, het doorlopen traject van CAB en UvW verdient geen schoonheidsprijs. Mogelijk dat de komende tijd andere en beter onderbouwde inzichten worden gepresenteerd.