Bij een jubileumjaar hoort ook een terugblik. In 1993 was de NAV de eerste agrarische belangenbehartigingsorganisatie in Nederland, die zich sectoraal georganiseerd heeft uit onvrede met de ingezette koers van liberalisering van het Europees landbouwbeleid en het feit dat de akkerbouw er in de algemene verzuilde organisaties t.o.v. de veehouderij bekaaid af kwam. De NAV wilde eerlijke prijzen voor de belangrijkste akkerbouwproducten. De graanprijs vormde de spilfunctie voor andere akkerbouwproducten. Daarom moet het Europees landbouwbeleid de marktordeningsproducten (suiker, graan, maar het liefst ook eiwit) ondersteunen vindt de NAV, desnoods door middel van productiebeperking. Om medestanders te vinden werd de blik al snel verruimd naar het buitenland, waar contacten werden gelegd met de Coordination Rurale en Confédération Paysanne in Frankrijk en de Arbeitsgemeinschaft bäuerliche Landwirtschaft in Duitsland. Uiteindelijk heeft dat in 2007 geleid tot een samenwerking met Via Campesina.

Actieve commissies

In de begintijd van de NAV zijn er direct een aantal commissies (werkgroepen) opgericht. De Suiker-, Mest en mineralen- en Pootgoedcommissie waren in die tijd de meest actieve. De Europese suikermarktordening was tot 2017 een voorbeeld, om d.m.v. quotering, op een effectieve manier een rendabele suikerbietenteelt tot stand te brengen. De Suikercommissie heeft zich in het begin vooral ingezet om een rekeningcourantsysteem in te voeren. Dit Europees goedgekeurde systeem kon ervoor zorgen dat suikerbieten (surplusbieten), die boven het quotum geproduceerd werden, doorgeschoven konden worden naar het eerstvolgende jaar als eerst geproduceerde quotumbieten. Zo kon het dumpen van suiker beperkt worden. Deze surplusbieten werden tot ca. 2007 zeer slecht uitbetaald. In de eerste EU-suikerhervorming in 2006 werd deze doorschuifregeling, mede door de inzet van de NAV, ingevoerd.

De Pootgoedcommissie is ook vanaf de oprichting actief geweest. De problemen rondom de bruinrotuitbraak in 1995 hebben, mede dankzij de blauwdruk van de NAV, geleid tot de oprichting van Potatopol. Dit fonds heeft in de afgelopen decennia zijn meerwaarde meerdere keren bewezen als verzekeringsfonds voor gedupeerde aardappeltelers van quarantaine ziektes. Ook bij de opheffing (1997) van het STOPA fonds (vangnet voor het overschot van pootgoed) speelde de NAV een belangrijke rol. Het bestaan van het fonds zorgde voor een structureel overschot van het pootaardappelareaal, waar vooral de mindere partijen in werden gedumpt. Een stemming onder heffingsplichtigen moest het lot van de STOPA bepalen. In een drukbezochte bijeenkomst begin 1999 in Emmeloord heeft de NAV gepleit voor een areaalreductie van 4000 ha om vraag en aanbod in evenwicht te krijgen. Ook de grote financiële verschillen tussen de pootgoedrassen en het bewust worden van kostendekkende prijzen waren onderwerp van gesprek. Pas in 2005 hebben handelshuizen van pootgoed besloten dit ook in de praktijk te brengen door het areaal van ruim 40.000 ha terug te brengen tot ca. 36.000 ha en soms een vereveningssysteem tussen de pootgoedrassen door te voeren. Dat is een belangrijk moment geweest, waarna de rentabiliteit in de pootgoedsector belangrijk verbeterde en als voorbeeld gebruikt wordt hoe het ook in de consumptieteelt zou kunnen.

In het mest en mineralenbeleid was het standpunt van de NAV vanaf het begin, dat de bodemvruchtbaarheid uitgangspunt moest zijn van het mestbeleid. De fosfaattoestand in de bodem moest uitgangspunt zijn van de bemestingsnormen. De gebruiksnormen moesten zodanig afgestemd worden dat een optimale opbrengst mogelijk moest zijn. Dit is inmiddels sinds 2006 gangbare praktijk, waarbij de huidige normen echter voor fosfaat zodanig aangescherpt zijn dat optimale groei straks niet meer mogelijk is. Dankzij de NAV zijn er mogelijkheden gekomen binnen de equivalente maatregelen om ruimer te mogen bemesten met fosfaat en stikstof bij hogere opbrengsten. Ook dankzij de inzet van de NAV lijken vanaf 2020 in het 6e nitraatprogramma de mogelijkheden voor fosfaat verruimd te worden beneden pw 45.

De Consumptieaardappelcommissie is vooral actief geworden sinds 2005. Op dat moment reguleerden in de VS ca. 70 % van de consumptieaardappeltelers, verenigd in de belangengroep United Potato Growers of America, het areaal en maakten prijsafspraken met de aardappelverwerkers. Dit leidde tot een rendabele aardappelteelt met stabiele prijzen. Dit voorbeeld werd uitgerold naar Canada en Nieuw-Zeeland. De NAV heeft in diezelfde periode haar nek uitgestoken door voorlichtingsavonden te organiseren in Nederland, Duitsland, België en Frankrijk. Uiteindelijk bleek een dergelijke organisatie voor NW-Europa een brug te ver. Ook de problemen rondom de mededingingsautoriteiten speelden een negatieve rol. In deze periode heeft de NAV ook initiatieven genomen om telers bewust te maken van hun kostprijs. Prijscontracten onder kostprijsniveau horen niet afgesloten te worden. Dit is nu ook een speerpunt in sommige andere landen, waaronder Frankrijk. De NAV heeft ook aan de wieg gestaan van het nu door de VTA beheerde prijsinformatiesysteem, waarin boeren elkaar informeren over verkoopprijzen.

 

Recente resultaten

De laatste vijf jaar heeft de NAV zich ook actief ingezet om de landbouw buiten vrijhandelsverdragen te houden om te voorkomen dat Europese boeren worden weggeconcurreerd en om de voedselsoevereiniteit te behouden. Er is bereikt, dat de negatieve gevolgen van de verdragen voor voedselproducten grote belangstelling krijgen.

De NAV heeft zich ook sterk gemaakt voor meer zelfvoorziening in de EU voor eiwit door de Europese eiwitteelt te stimuleren. Aanvankelijk werd de teelt van lupine onderzocht, maar soja, veldbonen en erwten lijken inmiddels kansrijker. Met de huidige tijdgeest van duurzaamheid en ontwikkelingen op het gebied van veredeling liggen er de komende jaren wellicht mogelijkheden om de Europese eiwitteelt toch weer op gang te brengen, onder ons motto ‘Plantaardig heeft de toekomst’.

In 2015 werd de werkgroep Klimaat opgericht, die zich bezighoudt met aanpassen aan en verminderen van klimaatverandering. De werkgroep Gewasbescherming houdt zich actief bezig met verduurzamen van de gewasbescherming met behoud van een effectief middelenpakket.

 

Tot slot

Er zijn nog diverse andere acties te noemen, waaronder het proces over de WTS-vergoedingen als gevolg van de waterschade in 1998 en recentelijk de problemen van het historisch cultureel erfgoed Bildtdijken en het verhogen van het waterpeil Lauwersmeer, waar soms succesjes worden geboekt, maar soms ook niet. Op internationaal terrein is helaas nog onvoldoende bereikt. Het Europees landbouwbeleid maakt nog steeds terugtrekkende bewegingen (afschaffing suikerquotering) als het gaat om het marktprijsbeleid. Inmiddels is er wel meer aandacht voor de zwakke positie van boeren in de keten, verkoop onder kostprijs en oneerlijke handelspraktijken. Als het gaat om teeltvoorschriften neemt de bemoeienis van de overheid echter toe. De samenwerking binnen de akkerbouwsector is op nationaal niveau duidelijk aan het verbeteren. Op initiatief van de NAV kregen alle heffingsplichtigen van het Productschap de gelegenheid zich schriftelijk uit te spreken over maatregelen en heffingen. Het draagvlak voor het Productschap bleek behoorlijk hoog. Toch viel in 2014 het betreurenswaardige politieke besluit om de Productschappen in 2015 af te schaffen. De NAV werkt nu binnen de BO Akkerbouw nauw samen met LTO Akkerbouw en bedrijven in de sector. Na 25 jaar is de NAV uitgegroeid tot een organisatie, die serieus genomen wordt en niet gehinderd wordt door belangen van andere sectorale organisaties. Er liggen nog genoeg uitdagingen (mestbeleid, klimaat, eiwit, faire marges, ketensamenwerking, plantgezondheid, etc.) waar de NAV nu en de komende jaren nog voor de belangen van haar leden moet opkomen.