In november zijn de voorstellen voor het 6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (6e AP) en de bijbehorende milieueffectrapportage ter inzage gelegd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. We hebben hier al over bericht in de november-uitgave van dit ledenblad. Er zijn 40 zienswijzen ingediend waaronder die van de NAV. Eind december heeft de Minister van LNV het definitieve voorstel ingediend bij de Europese Commissie. Het is teleurstellend dat er inhoudelijk nagenoeg niets van de ingediende zienswijzen is ingepast in de definitieve versie Ook is het niet chique dat de Tweede Kamer geen gelegenheid kreeg om eind december nog inhoudelijk in debat te gaan met de minister. De hele inspraakronde is dan ook een ‘schijnactie’ geweest.

Terugkijkend naar de discussies in 2017 omtrent het 6e AP heeft de NAV via het ingezette tweesporen beleid (praktische maatregelen en feitenanalyse) een aantal zaken bereikt: verhoging van het fosfaatgebruik voor de fosfaatklassen laag en neutraal (10-15 kg/ha), een tijdelijk behoud (zij het met slechts 1 jaar) van de equivalente maatregelen, behoud van de friet-biet regeling, een latere invoering van nieuwe fosfaatkentallen (PAL en P-CaCl2) en van een nieuwe classificatie (op basis van deze nieuwe kentallen) en behoud van de stuifbestrijdingsregeling. De feitenanalyse betreffende de oppervlaktewaterkwaliteit is eind 2017 eindelijk opgepakt door de overheid, provincies en waterschappen wat bijdraagt tot een evenwichtiger verdeling van met name de fosfaat-vervuilende bronnen, juiste metingen, normen en modellen. De NAV wil voorkomen dat de akkerbouw opdraait voor andermans vervuilende processen en dientengevolge extra nutriënt-beperkende maatregelen krijgt opgelegd. En we willen ook niet worden geconfronteerd met andermans kosten in de vorm van hogere waterschapsbelasting.