In juni 2018 viert de NAV haar 25-jarig jubileum. In de komende nummers van dit blad besteden we aandacht aan dit heugelijke feit. Dit keer over de aanleiding tot de oprichting. Dat begint bij de verandering van het graanbeleid van, toen nog, de EEG. Tot ongeveer 1985 stelden de landbouwministers van de EEG een graanprijs vast. Omdat het te exporteren graanoverschot elk jaar groeide, rezen de kosten de pan uit en nam de handelspolitieke spanning toe, met name met de VS. Uiteindelijk grepen de Ministers van Financiën in: er kwam een plafond in de EEG-uitgaven voor landbouw, voor de zuivel middels de superheffing en voor graan met het zogenaamde stabilisatorenbeleid: bij een productie van in totaal meer dan 160 miljoen ton volgde het jaar daarop automatisch een prijsverlaging. De EEG-uitgaven stabiliseerden inderdaad, maar de akkerbouw raakte in een neerwaartse spiraal. Het graanoverschot bleef namelijk stijgen. De verdringing van Europees graan in het veevoer door de heffing-vrije import van graanvervangers en olie- en eiwithoudende zaden bleef gewoon doorgaan.

 

De gevestigde landbouworganisaties, met als spreekbuis het Landbouwschap, hadden dit, door voorstanders aangeduid als ‘meer marktgericht beleid’, gesteund. De groeiende onvrede onder akkerbouwers kwam bij trekkeracties naar buiten en richtte zich ook tegen het Landbouwschap. Akkerbouwer Jaap Korteweg deed zelf niet mee aan de trekkeracties, want het ontbrak volgens hem aan een plan hoe het dan wel moest. Enige tijd later gingen ook telers van vrije producten (aardappelen, uien e.d.) merken dat de graanprijsverlaging doorwerkte in hun prijzen. Jaap testte het draagvlak eerst door zijn idee ‘Genoeg is Beter’, verplichte bouwlandbraak om weer een kostendekkende graanprijs te bereiken, uitgewerkt op een A-4tje bij een aantal collega’s in de buurt in de bus te doen. Na positieve reacties formeerde hij de Werkgroep Genoeg is Beter. De volgende stap was het organiseren van bijeenkomsten in het land, die meer dan volle zalen trokken. Zo kwam het tot het besluit een eigen, onafhankelijke Nederlandse Akkerbouw Vakbond op te richten. De omstreden naam vakbond om te laten zien, dat aanbodbeheersing tot een betere beloning zou moeten leiden, zoals arbeiders dat bereiken bijvoorbeeld door verkorting van de werkweek en gezamenlijke actie. Speerpunt was verder: de belangenbehartiging weg bij het Landbouwschap en naar rechtstreeks gekozen vertegenwoordigers. En uiteindelijk moest er een Europese vakbond voor akkerbouwers komen. Over wat er wel en niet gelukt is een volgende keer.