In 2016 is op initiatief van de NAV het door de BO Akkerbouw gefinancierde project ‘Kansrijke eiwitgewassen’ van start gegaan, uitgevoerd door het Louis Bolk Instituut en Wageningen Plant Research. Er worden veel rassen vergeleken en er wordt gekeken naar teeltoptimalisatie zoals zaaidichtheid, zaaidiepte, gewasbescherming, kalium- en zwavelbemesting en de invloed op aaltjes. De eiwitgewassen die worden meegenomen zijn witte en blauwe lupine, soja en veldbonen (ook winterveldbonen). In 2016 had met name de lupine veel last van ziekten. Door de warme droge herfst waren er weinig problemen om de soja te oogsten, maar de veredeling moet nog vooruitgang boeken met het ontwikkelen van rassen die wat eerder afrijpen dan de huidige rassen.

Ook dit jaar wordt er op zes locaties onderzoek gedaan, o.a. bij NAV-er Roelf Maarsingh. Daarbij wordt voor het eerst ook gekeken naar Parel lupine, een lupinesoort die tot nu toe alleen in de Andes wordt geteeld. Parel lupine heeft een heel hoog eiwitgehalte (hoger dan soja) en tevens een hoog oliegehalte. Ook zijn er veel verschillende lupine rassen vanuit Duitsland in de proeven ingebracht.

Er zijn wel al volop kansen voor peulvruchten, zeker omdat de meeste peulvruchten meetellen als vergroeningsmaatregel, maar toch loopt de ontwikkeling nog behoorlijk moeizaam in Nederland. Het areaal soja en het areaal lupine zijn in 2016 beiden iets afgenomen. Bij lupine komt dit voornamelijk doordat een grote afnemer gestopt is met het afnemen van lupines in 2015. Nieuwe afnemers hebben zich inmiddels gelukkig wel aangemeld. De voornaamste groei lijkt op dit moment echter te zitten in het areaal veldbonen, waarbij met name de winterveldbonen in areaal enorm toenemen. Hoewel de veldbonen tot nu toe nog voornamelijk gebruikt worden als veevoer, wordt er onder andere vanuit het EU-project ‘Protein-2-Food’ ook gekeken naar de mogelijkheden van veldbonen voor menselijke consumptie. Wanneer dit lukt, stijgen de kansen voor dit gewas in Nederland nog meer omdat veldbonen voorlopig nog de beste opbrengende peulvrucht van Nederland blijft, zowel als het gaat om absolute productie, als om eiwitproductie per hectare. Voor details over het onderzoek en het verslag over de proeven in 2016 kunt u contact opnemen met Udo Prins van het Louis Bolk Instituut: U.prins@Louisbolk.nl.

Er vindt ook onderzoek plaats naar het vergroten van de afzetmogelijkheden. In dat verband wordt momenteel een ketenproject gestart met de veldboon als grondstof. In het project zal worden gekeken naar het optimaal toepassen van veldbonen in veevoer en de toepassing van veldbonen voor menselijke consumptie. Naast telers nemen AgruniekRijnvallei, Food for Impact, Bobeldijk Food Group, Bakkerij Fuite, Frank Food Products en de WUR deel. Met uiteindelijk ook als doel om een betere telersprijs voor de veldbonen te realiseren.

Op het gebied van veredeling is de handschoen inmiddels gelukkig door diverse partijen opgepakt.