Op 11 januari heeft een delegatie van de ‘TTIP en Landbouw’ coalitie een aantal Nederlandse Europarlementariërs in Brussel bezocht om onze visie op de vrijhandelsverdragen toe te lichten. Dit is van belang, omdat het Europees Parlement (EP) een belangrijke stem bij deze vrijhandelsverdragen heeft. De delegatie bestond uit Sieta van Keimpema (voorzitter Dutch Dairymen Board), Guus Geurts (coördinator van de ‘TTIP en Landbouw’ coalitie), Piet van IJzendoorn (voorzitter van de Vereniging voor Biologisch Dynamische Landbouw en Voeding) en Keimpe van der Heide (NAV).

TTIP onduidelijk, CETA in eindfase

Hoe de onderhandelingen over TTIP verder zullen verlopen is na de verkiezing van Donald Trump tot president volstrekt onduidelijk. Omdat TTIP voor de VS waarschijnlijk gunstig zal uitpakken, zou het zo maar kunnen dat de nieuwe regering in de VS dit verdrag wel wil doorzetten. De onderhandelingen over CETA zijn al drie jaar geleden afgesloten en waarschijnlijk moet het Europees Parlement hier begin februari haar eindoordeel over geven. Daarna moeten de parlementen van de 28 lidstaten ook nog instemmen met CETA .

De gesprekken

Onze coalitie heeft haar visie toegelicht dat CETA, evenals TTIP, voor Nederlandse en Europese boeren en tuinders forse negatieve gevolgen kan hebben. Het eerste gesprek was met Agnes Jongerius (PvdA, onderdeel S&D fractie in het EP). Omdat zij in 2016 al eens met het bestuur van de NAV had gesproken was ze al op de hoogte van onze bezwaren tegen CETA. Aan CETA zijn na het afsluiten van de onderhandelingen nog een aantal verklaringen toegevoegd ter verduidelijking en aanvulling. Voor Jongerius is de juridische hardheid van deze verklaringen cruciaal voor haar eindoordeel over het verdrag. De coalitie heeft haar nog een aantal analyses over deze verklaringen toegestuurd, die over het algemeen de verklaringen juridisch niet sterk achten. Jongerius acht de kans groot, dat het EP met CETA instemt, maar dat het verdrag bij de 28 lidstaten alsnog sneuvelt. De S&D fractie is verdeeld.

Daarna is gesproken met Annie Schreijer-Pierik en Wim van de Camp (beiden CDA, onderdeel EVP fractie). De EVP fractie is overwegend voor CETA om o.a. geopolitieke redenen: ‘We moeten met Amerika en Canada samen een blok vormen tegen Rusland en China’. In het gesprek is onder meer besproken dat er een hemelsbreed verschil is tussen het belang van boeren en tuinders bij de vrijhandelsverdragen en het belang van de agribusiness. Voor de agribusiness is een toename van handel en export bijna altijd voordelig, maar boeren worden geraakt door de oneerlijke concurrentie die ontstaat en de verwachte daling van wereldmarktprijzen door de toenemende concurrentie. Vooral Schreijer, maar ook Van de Camp, leken wel gevoelig voor het argument dat CETA ten koste zal gaan van vooral de familiebedrijven. We hebben nogmaals aangegeven dat, of je nu voor of tegen dergelijke verdragen bent, landbouw en voedsel veel te belangrijk zijn om helemaal aan de vrije markt over te laten en dat deze sector dus te allen tijde buiten de verdragen moet blijven.

Tenslotte is nog gesproken met Christine van Dijk, medewerkster van Bas Belder (SGP). Beiden hadden ook al eens een bezoek gebracht aan het bestuur van de NAV, dus in dit gesprek ging het vooral over verduidelijking van de argumenten.

De algemene conclusie is dat deze persoonlijke gesprekken zeker zinvol zijn om de zorgen die boeren en tuinders hebben over de vrijhandelsverdragen te verduidelijken. De voorstanders van vrije wereldhandel hebben een zeer uitgebreide lobby richting EP en daarom is het goed om de nadelen ook voor het voetlicht te brengen.