Het Ministerie van Economische Zaken heeft weliswaar de Brancheorganisatie (BO) Akkerbouw een verbindend verklaring gegeven waarmee heffingen kunnen worden opgelegd om collectief onderzoek te financieren, maar weigert halsstarrig mee te werken aan een pragmatische uitvoering.

De telersgeledingen uit de BO Akkerbouw, LTO, NAV en NAJK, zijn uitermate teleurgesteld over de opstelling van het Ministerie. Het Ministerie roept in de begrotingstekst voor 2017 op tot meer onderzoek vanuit de sectoren zelf en zegt hieraan mee te werken door het afgeven van een verbindend verklaring, maar dat is een wassen neus wanneer er geen bruikbare gegevens worden verstrekt zodat de heffingen ook daadwerkelijk kunnen worden opgelegd.

Wat de BO Akkerbouw heeft voorgesteld, is dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bij de Gecombineerde Opgave aan boeren de mogelijkheid geeft een vinkje aan te zetten waarmee de gegevens kunnen worden vrijgegeven. Het Ministerie wil dit niet en vindt dat verstrekken van de KvK-nummers van akkerbouwers aan de BO Akkerbouw voldoende medewerking is aan de uitvoering. Men gaat dan voorbij aan het feit dat veel geld van de heffingen zal gaan naar het kopen van adresgegevens behorende bij de KvK-nummers en naar het verzamelen van de areaalgegevens in plaats van naar het onderzoek zelf. Tevens zorgt dit voor een forse en onnodige toename van de administratieve lasten. De telersorganisaties vinden dit geheel in strijd met de gedachte achter de nieuwe verbindend verklaring. Dit geeft ook geen zicht op volledige en correcte gegevens betreffende het areaal waarop de heffingen worden gebaseerd.

De BO Akkerbouw heeft de afgelopen jaren hard gewerkt om een kwalitatief en breed door de akkerbouwers gedragen onderzoeksprogramma op te zetten. Wanneer geen pragmatische oplossing wordt geboden door het Ministerie zal de BO Akkerbouw de stekker uit het onderzoeksprogramma moeten trekken en haar medewerking aan de topsectoragenda’s moeten beëindigen. Daarmee dreigt de Nederlandse akkerbouw haar vooraanstaande positie in de wereld te verliezen. Dit is geheel in strijd met de oproep van het Ministerie dat innovatie nodig is om de voorsprong te behouden en dat de sectoren zelf onderzoek moeten opzetten. Wij roepen dan ook het Ministerie en de Tweede Kamer op om alsnog met grote spoed deze situatie te herzien.