Op 10 november 2015 heeft de FAO (Food and Agricultural Organization) van de Verenigde Naties in Rome officieel het Internationale jaar van de peulvruchten ingeluid, in Nederland al snel omgedoopt in het Jaar van de Boon. Het doel is om door onderzoek en promotie de rol van bonen, linzen en erwten te verstevigen als gezonde en duurzame bron van eiwitten. In maar liefst 32 landen zullen in het kader daarvan peulvruchten op de kaart worden gezet. Hoewel, ze stonden al lang op de ‘Schijf van 5’ van het Voedingscentrum. Peulvruchten of eiwitgewassen zijn vlinderbloemige planten die met behulp van stikstofbindende bacteriën stikstof uit de lucht binden, een goede structuur achterlaten en daarmee in de vruchtwisseling een positieve bijdrage kunnen leveren aan een goede bodemvruchtbaarheid. Tot aan de totstandkoming van het Blair House Akkoord over een vrijere wereldhandel waren peulvruchten onder akkerbouwers dan ook een gewaardeerd gewas dat met een redelijk saldo geteeld kon worden. Door dat akkoord raakten ze echter van het een op het andere jaar uit de gratie.

NAV lobbyt op meerdere fronten
De NAV bepleit al weer een aantal jaren de teelt van eiwitgewassen in NW-Europa. Enerzijds als een mogelijk ‘vierde’ gewas en anderzijds vanwege de positieve effecten ervan op de bodemvruchtbaarheid. Belangrijke randvoorwaarde voor de teelt is wel dat er een redelijk saldo mee moet zijn te behalen.
Vanuit de NAV zijn we op twee fronten aan het lobbyen om te komen tot een meer rendabele teelt, namelijk de veredeling teneinde hoog productievere rassen te krijgen en vermarkting voor een betere prijs. Zo hebben we voor soja en lupine gesprekken gevoerd met zaadveredelingsbedrijven. De meeste bedrijven zien daar geen brood in; een te kleine markt is veelal de beweegreden. Uitzondering daarop vormt voor soja de Belgische firma Storm Seeds, die een veredelingsprogramma voor soja lopende heeft en binnen twee jaar verwacht met nieuwe, beter op onze situatie toegesneden en productievere rassen te kunnen komen. Ook Dutch Soy is bezig nieuwe rassen op de markt te brengen.
Als het om de vermarkting gaat van de in Nederland geteelde soja ligt die hoofdzakelijk in handen van Agrifirm. De afgelopen jaren lag de aan de telers uitbetaalde prijs weliswaar boven de wereldmarktprijs, maar kon desalniettemin niet van een rendabele teelt worden gesproken. In dat kader nemen we ook deel aan de Raad voor Regionaal Veevoer. Dit is een initiatief van Milieudefensie om de obstakels uit de weg te ruimen en kennisvragen te identificeren die een (snelle) transitie naar het gebruik van meer regionaal eiwitrijk veevoer in de weg staan. Meer kleinschalig is een versnellingssessie georganiseerd om met een aantal ondernemers in de voedselverwerking te bezien of zij kansen zagen voor de verwerking van soja in ‘nieuwe’ voedselproducten. Tijdens deze sessie zijn 5 potentiële producten geselecteerd die door 5 ondernemers zijn geadopteerd en het komende jaar concreet door hen onderzocht en uitgewerkt gaan worden.
Sinds afgelopen herfst wordt de teelt van (winter)veldbonen vanuit het bedrijfsleven gepromoot. Wij hebben coöperatie AgruniekRijnvallei bereid gevonden om de in haar werkgebied geteelde veldbonen te zullen innemen en te verwerken in veevoer. Toegezegd is tegen een marktconforme prijs. Afgewacht moet worden of het daar uit voortkomende saldo een perspectief voor de teelt gaat vormen.
De NAV heeft in haar overleg met het Ministerie van Economische Zaken over het GLB ook ingebracht dat soja net als o.a. lupine en veldbonen thuis hoort op de lijst van stikstofbindende gewassen van de Algemene lijst en Akkerbouw-strokenpakket. Er gebeurt dus best veel met betrekking tot de teelt van eiwitgewassen, maar er is nog geen sprake van een doorbraak. Echter, de aanhouder wint.