Alhoewel de hoofddoelstelling van de NAV nog altijd op het vlak van de (internationale) landbouwpolitiek ligt, met het basisplan ‘genoeg is beter’ als uitgangspunt, beweegt de NAV zich ook daadwerkelijk op het vlak om de voorwaarden voor het uitoefenen van het akkerbouwbedrijf te optimaliseren.

Optimalisering van de opbrengst en een hogere graad van efficiency zijn medebepalend voor het bedrijfsresultaat. Hiervoor heeft de NAV meerdere pijlen op de boog: van een betere marktpositie in de keten tot een beter beleid ten aanzien van bemesting en mineralen of tot het toelatingsbeleid van gewasbeschermingsmiddelen. Dit alles om tot een efficiënte en rendabele bedrijfsvoering te komen, met een gelijk ‘speelveld’ ten opzichte van onze collega’s elders in het land en binnen Europa.

Tegenstrijdige politiek
Een aspect waar de NAV de laatste tijd steeds vaker tegenaan loopt is dat de verschillende lagen van overheden binnen Nederland een tegenstrijdige politiek voeren. Dus enerzijds erkent de nationale regering middels beleidsnota’s en uitspraken van de staatssecretaris, de minister-president of zelfs de koning het belang van de landbouw als economische factor, die ten volle haar ontwikkelingskansen moet kunnen benutten. Uiteraard wel binnen een samenhang met maatschappelijke, sociale en milieukundige factoren. Frustrerend wordt het anderzijds wanneer andere ministeries of lagere overheden dit beleid doorkruisen met tegengestelde maatregelen. In het belang van de leden en de akkerbouw besteedt de NAV meer en meer aandacht om ook binnenlands het gelijke speelveld in tact te houden.

Voorbeelden
Een paar recente voorbeelden spelen zich af in Noord-Nederland. Hier is door het Ministerie van Onderwijs en Cultuur in een gebied met lintbebouwing in de gemeente Het Bildt niet enkel de bebouwde streek aangewezen tot beschermd dorpsgezicht, maar ook met één pennenstreek de achterliggende landbouwkavels van bijna 3000 ha. Er komen dan beperkingen te liggen op de inrichting van de kavels, de bedrijfsgebouwen en bijvoorbeeld zonnepanelen op de zichtbare zuidzijden van boerderijdaken. Hierover is een bezwaarprocedure opgestart, waarvan we in afwachting van de gerechtelijke uitslag zijn. Op de grens van Groningen en Friesland ligt het Lauwersmeer, rond 1970 afgedamd en veranderd in een natuur- annex landbouwgebied, met daarnaast een stevige functie in de afwatering van zowel Friesland, Groningen als Drenthe. Omdat in het natuurgebied de ontwikkeling tot natuurbos de beheerders niet zint, is het plan opgevat om in het groeiseizoen middels een (tijdelijke) peilverhoging van het Lauwersmeer deze bosontwikkeling tegen te gaan. De consequentie is echter dat de afwatering van grote delen van de drie noordelijke provincies daardoor stagneert, omdat er veelal middels natuurlijke afstroming gewerkt wordt. Hieruit volgt natuurlijk ook een hoger waterpeil in de genoemde gebieden met veel meer kans op wateroverlast, wat ten koste gaat van de productiviteit van de landerijen. Ook hiertegen heeft de NAV een zienswijze ingediend. Een derde, inmiddels afgehandelde voorbeeld wat goed is afgelopen, is het bezwaar dat de NAV heeft gemaakt tegen uitbreiding van het jachtverbod in Noord-Holland. Deze uitbreiding is door de Provinciale Staten afgewezen.

Boerenbelangen
De NAV zal daar waar mogelijk middels zienswijzen en bezwaarschriften de beleidsmakers blijven wijzen op de belangen van de akkerbouwers en zo de regering houden aan het veelvuldig uitgedragen beleid dat de landbouw ruim baan moet krijgen.

NAV, 5 december 2015