De Stichting Pootgoed Versterkingsmaatregelen (PVM) heeft met de NVWA en de NAK een methode opgesteld voor de monitoring in de aangewezen gebieden (cirkels) van het aaltje M. chitwoodi. De NAK gaat testen of grondmonsters volgens de PVM-methode voldoende overeenkomen met de bemonstering van de knollen aan het einde van de teelt. Dit wordt gedaan door voor 1 december op 50 percelen één hectare te bemonsteren en vervolgens op diezelfde percelen bij de oogst handmatig 200 knollen te oogsten. Wanneer de grondmonsters voldoende betrouwbaar zijn, kan een vrijstellingsregeling voor partijonderzoek in 2016 in werking treden. Hierbij krijgen telers met schone grondmonsters een vrijstelling van controle van knollen. Omdat pas in september volgend jaar duidelijk is of de methode van grondmonsters betrouwbaar is, kunnen telers nu wel hun grond laten bemonsteren volgens de PVM-methode, maar geeft dit geen zekerheid dat ze vrijstelling van partijonderzoek krijgen, ook niet wanneer hun monsters schoon zijn. De vrijstelling wordt alleen van kracht als uit de proef blijkt dat het onderzoek aan de grond voldoende overeenkomt met de besmetting van de knollen het volgende jaar. Voor het aanvragen van perceelsonderzoek dient contact met NAK of NVWA opgenomen te worden.

NAV, 6 november 2015