In het kader van een EU-project en met ondersteuning van de Agenda voor de Veenkoloniën zijn bij de Mts. Maarsingh in samenwerking met het Louis Bolk Instituut (LBI) meer dan 100 proefveldjes aangelegd. Hierop worden zeven rassen blauwe en twee rassen witte lupine en vier rassen veldbonen geteeld. Doel is te onderzoeken welk effect ras, zaaidichtheid en op een paar veldjes fungicide-bespuiting hebben op de opbrengst van lupine voor de humane voeding, als voortzetting van de driejarige rassenproef, die van 2011 tot en met 2013 mede op initiatief van de NAV werd gedaan.
De veldbijeenkomst in juni werd bezocht door lupinetelers, geïnteresseerde collega’s en de terreinbeheerder van Staatsbosbeheer. NAV-lid Roelf Maarsingh vertelde over de teelttechniek en zijn ervaringen met commerciële lupine- en veldbonenteelt. Teeltbegeleider Udo Prins van het LBI hield een enthousiast betoog over alle aspecten van veldbonen en lupine. We zijn met de beste rassen in staat 4 ton lupine en 7 ton veldbonen per hectare te telen, maar het is nog moeilijk deze tegen een goede prijs in de markt te zetten. Bij onze Duitse buren lukt dat wat beter en misschien biedt samenwerking kansen. Daarvoor is contact gezocht met de EFN (Eiweiss Futter Nierdersachsen), die bemiddelt tussen telers en afnemers. Ook werkt een groepje studenten voor de NAV aan mogelijke nieuwe toepassingen. Na het proefveldbezoek werd nog een soja-proefperceel van Agrifirm met diverse zaaisystemen en rijafstanden bekeken. De soja lijkt meer last te hebben van de lage temperaturen van de laatste weken dan de meer inheemse lupine en veldbonen.
De veldproeven duren drie jaar. Waarschijnlijk wordt volgend jaar het gewas quinoa toegevoegd. De proefvelden in Klazienaveen zijn op afspraak (Roelf Maarsingh, tel 06 22507159) te bezichtigen.

NAV, 4 juli 2015