De uitzending van Zembla begin maart heeft het nodige stof doen opwaaien over octrooien (patenten) op nieuwe plantenrassen. De kwestie speelt al langer, maar krijgt nu veel aandacht. Wat is er nu eigenlijk aan de hand?

Kwekersrecht en octrooirecht
Zaadbedrijven verdienen aan het veredelen van planten tot nieuwe rassen en vervolgens aan het produceren en verkopen van het zaad van deze rassen. Nederland heeft van oudsher een groot aantal zaadbedrijven en een groot marktaandeel. In Nederland kennen we het zogenaamde ‘kwekersrecht’. Wanneer een veredelaar kwekersrecht heeft voor een ras, mag niemand anders zonder toestemming het zaad van dit ras produceren en/of verkopen. Er is echter een belangrijke uitzondering in het kwekersrecht: elke andere partij mag een ras van een ander wél gebruiken voor kruisingen om een nieuw ras te produceren (de veredelingsvrijstelling).

De laatste jaren worden door zaadbedrijven ook octrooien (patenten) aangevraagd voor nieuwe rassen. Zo’n octrooi kan gaan over een bepaalde eigenschap in de plant of over de gebruikte techniek om die eigenschap in de plant te krijgen. Het verschil met kwekersrecht is, dat plantenrassen waarop een octrooi rust níet mogen worden gebruikt voor verdere veredeling. De houder van een octrooi kan licenties uitgeven tegen bijvoorbeeld een percentage van de opbrengst van het gebruik van een ras. Elk nieuw ras wat dan uit veredeling ontstaat en een bepaalde eigenschap uit het moederras met octrooi heeft, valt ook onder de licentie en dus moet ook over de verkoop van die nieuwe rassen aan de octrooihouder worden betaald. Als de licentie bijvoorbeeld 5% van de opbrengst kost en een nieuw ras heeft drie eigenschappen die onder verschillende octrooien vallen, is de veredelaar van het nieuwe ras al 15% van de opbrengst kwijt aan licenties. Daarmee zullen veel kleinere veredelingsbedrijven niet uit de voeten kunnen omdat dan de hele winstmarge verdwijnt. Een gevaar kan zijn dat de plantenveredeling dan in handen komt van een paar grote bedrijven.

Monopoliepositie ongewenst
Opname van een beperkte of uitgebreide veredelingsvrijstelling in de Europese wet zou een oplossing kunnen bieden. In de Duitse en Franse nationale octrooiwet zijn onderzoek en veredeling al zonder licentie mogelijk. Dit geeft een ongelijk speelveld in de EU. Staatssecretaris Dijksma laat momenteel onderzoek doen naar opname van een veredelingsvrijstelling in de wet, waarbij belangen van diverse partijen, ook de octrooihouders, worden meegenomen. Het rapport wordt medio 2015 verwacht, maar Dijksma heeft al duidelijk aangegeven voor een vorm van veredelingsvrijstelling te zijn en daarvoor ook in de EU te zullen pleiten. Ook de brancheorganisatie voor veredelingsbedrijven Plantum is hier voor, om te voorkomen dat een paar grote bedrijven een monopoliepositie krijgen. Daarnaast was er jarenlang discussie in de EU over de octrooieerbaarheid van planten, maar op 26 maart 2015 heeft de Grote Kamer van Beroep van het Europees Octrooibureau (EOB) de uitspraak gedaan dat planten(eigenschappen) ook na klassieke veredeling onder octrooi kunnen vallen. Dit is een grote tegenvaller voor degenen die pleiten voor een vrije beschikbaarheid van plantenrassen. Ook de NAV dringt er bij de politiek op aan dat de plantenveredeling ongehinderd door kan gaan en zoveel mogelijk rassen beschikbaar blijven voor boeren. Op 26 mei wordt deze zaak in de Tweede Kamer besproken. We houden u op de hoogte.

NAV, 4 april 2015