Gewasbescherming is op vele manieren in het nieuws. Het toelatingsbeleid, de omwonenden, onderzoek van de NVWA, ontwikkelingen richting meer ‘groene’ gewasbescherming. De NAV zal via de Werkgroep Gewasbescherming u regelmatig op de hoogte houden van Nederlandse en Europese ontwikkelingen.

Europees en nationaal toelatingsbeleid
De laatste jaren heeft in de EU harmonisatie plaatsgevonden van werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen. Er is een lijst van toegelaten stoffen gemaakt en alleen middelen gebaseerd op die werkzame stoffen komen voor toelating in aanmerking in één of meerdere lidstaten. Ook is er een zonale indeling gekomen, waarbij Nederland in de Centrale zone zit. Hierbij kan een middel, als het eenmaal een toelating heeft in één van de landen in een zone, makkelijker ook worden toegelaten in de andere landen in die zone.
Van de oorspronkelijke 1000 werkzame stoffen zijn er nu nog zo’n 400 over. Van deze 400 stoffen zijn in januari 2015 77 stoffen aangemerkt als zogenaamde substitutiestoffen, stoffen waarvan de EU vindt dat ze eigenlijk vervangen moeten worden door andere stoffen of technieken. De komende tijd zal hiervoor in elke lidstaat beleid worden gemaakt. In België heeft men bijvoorbeeld besloten om substitutiestoffen die onmisbaar zijn in kleine gewassen ook toegelaten te laten in grote gewassen. De NAV pleit er voor om in Nederland ditzelfde beleid te implementeren.
Ook worden er per land toetsen ontwikkeld waarin de te vervangen stoffen worden vergeleken met alternatieve middelen of methoden. In de EU richtlijnen voor deze toetsen staat dat hierbij niet alleen technische maar ook economische factoren moeten worden meegewogen. De NAV dringt er bij de Nederlandse autoriteiten op aan om daadwerkelijk ook de economische factoren mee te wegen: immers een alternatief waarbij de bedrijfsvoering sterk wordt benadeeld is in de praktijk geen alternatief!

Behoud voldoende toepassingsmogelijkheden
De industrie zet zich in voor behoud van een voldoende breed middelenpakket, mede door ook te investeren in ‘groene’ laag-risico middelen. Maar ook de akkerbouwers kunnen zelf veel doen: zorgvuldig werken, zorgvuldig omgaan met verpakkingen, alleen volgens etiket toepassen enzovoort. De NVWA publiceerde vorige week een onderzoek waarbij van de 300 gecontroleerde akkerbouwers 90% zich aan de regels hield. Grootste probleem was het onvoldoende inwendig reinigen van de spuitapparatuur, waardoor middelen uit een vorige bespuiting op een gewas werden teruggevonden waar ze niet horen.

Minder middelen, meer ontwikkelingen richting groene gewasbescherming. Laten we er met elkaar op een goede manier mee omgaan, waarbij de NAV de overheid vraagt ook aandacht te houden voor de bedrijfseconomie van de boerenbedrijven.

NAV, 7 maart 2015