De NAV spant zich in om de teelt van eiwitgewassen in Noordwest Europa en in het bijzonder Nederland weer op de kaart te krijgen. Niet als hèt nieuwe vierde gewas, maar wel als een aanvulling op de rustgewassen met ook nog eens een redelijk rendement.
Vanuit de politiek is er de laatste jaren in toenemende mate aandacht voor eiwitgewassen met voedselzekerheid en duurzaamheid als belangrijkste ingangen. Bij de behandeling van de begroting 2015 van het ministerie van Economische Zaken werd door Carla Dik-Faber (CU) de volgende vraag gesteld: ‘Is de staatssecretaris bereid om onderzoeksprogramma eiwitinnovatie dat volgend jaar afloopt te verlengen zodat er op termijn einde kan komen aan gesleep met soja?’

Staatssecretaris Dijksma antwoordde daarop:

‘In de beleidsbrief ‘Duurzame Voedselproductie’ die ik juli vorig jaar aan uw Kamer heb gestuurd geef ik aan dat de verduurzaming van de eiwitproductie en -consumptie een belangrijke uitdaging vormt voor de gehele voedselketen. De hiervoor benodigde kennisontwikkeling en innovaties worden ingevuld via het topsectorenbeleid. Jaarlijks wordt het bedrijfsleven via de calls die de topsectoren Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmateriaal uitzetten de mogelijkheid geboden om in samenwerking met onderzoeksinstituten en medefinanciering van de overheid innovatieve ideeën ook op het gebied van eiwitinnovaties uit te werken en tot waarde te brengen. Daarnaast ontwikkelt NWO* op verzoek van de topsector Agri & Food een partnershipprogramma Protein Competence Centre (PCC) met een totaal budget van 3 miljoen euro, waarin NWO en de topsector Agri & Food elk de helft bijdragen.
Met dit pakket worden nieuwe mogelijkheden voor initiatieven geboden in het verlengde van het eiwitinnovatieprogramma dat volgend jaar afloopt.’
Het NAV bestuur is blij met zo’n vraag en dit antwoord. Wil de eiwitteelt in Noordwest Europa en daarmee Nederland weer op gang komen, moet er het volgende tot stand komen:

  • nieuwe productievere gewassen door veredeling
  • optimalisering van de teelt inclusief de toelating van benodigde gewasbeschermingsmiddelen
  • vernieuwde introductie in de markt.

Lopende projecten
De afgelopen jaren heeft de NAV zich vooral ingespannen om de teelt van lupine en soja van de grond te krijgen, respectievelijk via
• Praktijknetwerk regionaal geteelde lupine voor vleesvervangers (medio 2013-eind 2014). Uitvoerders LBI en NAV met telers, Vivera en Stimuland. Inhoud: teeltoptimalisatie, ketenregie.
• Praktijknetwerk soja (medio 2013-eind 2014). Uitvoerders Agrifirm en PPO met telers. Inhoud: teeltoptimalisatie zowel voor de teelt van food als feed.
Voor beide teelten geldt dat er voor een lonende teelt nieuwe rassen nodig zijn met een veel hogere hectare-opbrengst. Sinds het Blair House akkoord (handelsafspraken EU en VS) van 1989 werd de teelt van eiwitgewassen sterk gereduceerd (niet langer lonend) en kwam de veredeling van eiwitgewassen zo ongeveer stil te liggen, dus er moet zo’n 20 jaar verdeling worden ingehaald.

Hoe verder?
Die vraag hebben we voorgelegd aan zes Masterstudenten van de WUR. De in hun rapport ‘Boost the beans’ geschetste aanpak willen we gebruiken om een projectvoorstel te schrijven. Hiervoor gaat de NAV partners uit het bedrijfsleven benaderen en zijn we in gesprek met het Ministerie van Economische Zaken, inspelend op het antwoord van de staatssecretaris op de hierboven aangehaalde vraag van Carla Dik-Faber.

Voetnoot: NWO = Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, een van de belangrijkste wetenschapsfinanciers in Nederland, valt onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

NAV, 6 december 2014