Staatssecretaris Dijksma gaat er van uit dat voor de vergroeningspremie extra prestaties geleverd moeten worden door boeren. Want: Het gaat om de besteding van publieke middelen. Ze vindt het niet verstandig als andere lidstaten soepeler omgaan met de mogelijkheden die Brussel biedt. Ze zegt geen ’kop’ te zetten uit Europese regels, maar ‘Ik maak wel keuzes uit de mogelijkheden die Brussel biedt’. En de boer: die kan kiezen uit de keuzes die de staatssecretaris heeft gemaakt.

‘Ik wil komen tot een werkbare en tegelijk ambitieuze invulling die bijdraagt aan de biodiversiteit,’ verkondigt de staatssecretaris van EZ omstandig in de Tweede Kamer op 1 juli. Ruimte voor andere maatregelen uit de EU ‘longlist’ wil ze nauwelijks bieden. Zo verzet ze zich tegen de wens van de NAV en een aantal fracties in de Tweede Kamer om ruimere mogelijkheden te bieden voor vanggewassen als invulling van de vergroening. Ze verklaart zich wel bereid om aaltjesbestrijdende gewassen alsnog op te nemen in de lijst met vergroeningsopties, zoals een motie van de ChristenUnie vraagt. Dijksma zoekt naar mogelijkheden en komt op dit punt met voorstellen. De NAV is blij dat ze deze wens van akkerbouwers oppakt.

Landschapselementen
De uitdrukkelijke wens van de NAV en sommige fracties in de Tweede Kamer om landschapselementen (o.a. houtwallen, bosjes, dijken, erfbeplanting en poelen) mee te laten tellen voor de vergroening is volgens Dijksma administratief vrijwel niet mogelijk. Het zou gaan om ca. 800.000 stuks. Slechts een beperkt aantal hiervan is geregistreerd, op een deel hiervan is een onderhoudsovereenkomst van toepassing. In de Tweede Kamer toonde ze enigszins haar goede wil door de toezegging geleidelijk meer van de landschapselementen in kaart te willen brengen waarna ze voor de vergroening meegeteld zouden kunnen worden. Ze sprak over een groeimodel. De NAV stelt voor dat dit versneld kan worden als akkerbouwers hun landschapselementen door een gecertificeerde taxateur in kaart laten brengen waarna ze alsnog meegeteld zouden kunnen worden.

Eiwit
Dijksma lijkt niet te porren voor het opnemen van voererwten en soja als toegestane eiwitgewassen die vallen onder EFA. In haar stellingname baseert ze zich op een rapport van WUR waarin bijvoorbeeld soja ietsje pietsie lager scoort op het punt van bijdrage aan de biodiversiteit dan andere eiwitgewassen. De NAV is van mening dat de onderbouwing van WUR en de staatssecretaris flinterdun is. Wel toegestaan zijn luzerne, rode klaver, esparcette, rolklaver, lupine en veldbonen als vergroeningsgewassen.

Bijschaven
Dijksma heeft keuzes gemaakt. De Tweede Kamer maakt het haar niet bijzonder moeilijk. Voor 1 augustus moet ze haar voorstellen ter goedkeuring aan Brussel voorleggen. De duurzaamheidscertificering (bijv. Veldleeuwerik) moet nog aan het pakket worden toegevoegd. De komende weken kan hier en daar nog wat worden bijgeschaafd. De NAV biedt het ministerie de helpende hand. O.a. bij de invulling van het pakket vanggewassen (o.a. de mix van rode en witte klaver en rietzwenkgras), de opname van aaltjesbestrijdende gewassen voor opname als vergroeningsgewas, de toevoeging van landschapselementen en de uitbreiding van het pakket eiwitgewassen.

En de boer kiest
Het moment komt dichterbij dat ook elke akkerbouwer keuzes moet maken. Dat hoeft nog niet vandaag of morgen. Het lijkt echter wel verstandig om zelf alvast na te denken over of u mee wilt doen aan de vergroening en zo ja op welke wijze u de vergroening op uw bedrijf het best in kunt vullen. Veel hangt af van uw bedrijfssituatie, bijvoorbeeld of u veel of weinig sloten hebt die meegeteld kunnen worden. In de tabel op deze pagina vindt u een aantal mogelijke invullingen van de vergroening en een indicatie van de financiële kant van de verschillende mogelijkheden. Let wel: Den Haag en Brussel kunnen de komende maanden de regels nog aanpassen.

Voorbeeld invullen vergroening

NAV, 5 juli 2014