De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) roept staatssecretaris Dijksma per brief op om per direct runderdrijfmest als stuifbestrijder toe te staan op percelen bieten op de lichte gronden in Noordoost Nederland en op Texel.

Op de lichte gronden in Noordoost Nederland en op Texel, zullen in week 13 duizenden hectares suikerbieten worden gezaaid. De problemen en de schade door verstuiving zijn de afgelopen jaren fors geweest. Dit is mede aanleiding geweest om in de voorstellen voor het mestbeleid 2014-2017 de bovengrondse toepassing van runderdrijfmest als antistuifmaatregel toe te staan naast andere maatregelen zoals het meezaaien van gerst.

Op grond van de weersverwachtingen voor de komende weken is het risico op stuiven dit voorjaar uitermate groot. Sinds drie jaar geleden de mogelijkheid van het preventief toepassen van bovengrondse runderdrijfmest als anti-stuifdekmaatregel is afgeschaft, is ieder jaar gebleken dat deze maatregel landbouwkundig onmisbaar is. De ontheffing van bovengrondse toepassing als noodmaatregel heeft in de afgelopen jaren laten zien onvoldoende te werken. De vrijstelling kwam altijd te laat om nog doeltreffend te zijn. Vaak was er al veel schade voor de ontheffing een feit was.

Verstuiving geeft niet alleen economische schade, maar heeft ook milieukundig en maatschappelijk ernstige gevolgen. De noodzakelijke herinzaai van bieten leidt tot extra inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Verstuiving gaat ook gepaard met de verspreiding van bodemziekten. Daarbij komt dat zandstormen onaangenaam zijn voor alle bewoners van het platteland.

Vroegtijdig preventief inzetten van drijfmest is de enige doeltreffende manier. De bovengrondse toediening van runderdrijfmest als antistuifmaatregel hoeft slechts één derde (10 m3) te zijn van een normale gift in andere gewassen (35 m3). De uitstoot van ammoniak zal daarom ook maar zeer beperkt zijn, terwijl de risico’s op enorme schade door verstuiving in de eerste weken na zaai drastisch verkleind wordt. De meegezaaide gerst zal vooral in de weken erna pas optimaal kunnen gaan functioneren.

NAV, 22 maart 2014