Staatssecretaris Dijksma heeft op 6 december haar voorstellen voor de invulling van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) naar de Tweede Kamer gestuurd. Op 18 december besprak de Kamer de voorstellen. Conclusie: de piketpaaltjes zijn geslagen maar alle punten moeten nog concreet worden ingevuld. Er is nog veel nodig om tot een aanvaardbare en werkbare invulling te komen.

Op 1 augustus 2014 moet de Nederlandse regering de concrete invulling van het nieuwe GLB klaar hebben en het ter goedkeuring voorleggen aan de Europese Commissie. De komende maanden moeten ambtenaren en de staatssecretaris van het ministerie van Economische Zaken flink ‘aan de bak’ om te komen tot een invulling die de landbouw, de natuur- en milieuorganisaties en de Tweede Kamer tevreden stelt. Het wordt geen gemakkelijke opgave. Daar waar NAV, LTO-Akkerbouw en NAJK pleiten voor het meetellen van in principe alle sloten en slootkanten onder de vergroening (EFA), zien elf natuur- en milieuorganisaties dat niet zitten en is de Tweede Kamer verdeeld. Dezelfde verdeeldheid geldt voor het meetellen van rijpgeoogste eiwitgewassen, vezelgewassen en oliegewassen onder de EFA. De landbouw bepleit het, natuur- en milieuorganisaties zijn tegen en in de Tweede Kamer zijn verschillende geluiden waar te nemen. Zo zegt de één zondermeer ‘nee’, een tweede oké, maar zonder bemesting en gewasbeschermingsmiddelen en de derde oké inclusief de toepassing van bemesting en gewasbescherming.

Braak: no go
Voor de NAV is het zonneklaar: absoluut geen braak en geen grond verkwanselen aan hobby’s die de akkerbouwer veel geld kosten. De komende maanden zal de NAV, waar mogelijk met LTO-Akkerbouw en NAJK-Akkerbouw, zich tot het uiterste inspannen om te komen tot een aanvaardbare en werkbare invulling van de vergroening en een geleidelijke overgang naar een gelijke hectarepremie in 2019 zonder dat het op bedrijven met veel graan in het bouwplan en/of zetmeelaardappelen gaat knellen qua inkomen.

Certificering
In de akkerbouw is grote behoefte om de vergroening op andere wijze in te vullen dan via braaklegging. De staatssecretaris reikt de mogelijkheid aan van duurzaamheidscertificering. De NAV stelt voor hierin het cafetariamodel(keuzemenu) toe te passen. Het gaat erom dat telers de stappen zetten die het best passen bij de eigen bedrijfssituatie. Waar de een zich bijvoorbeeld richt op energiebesparing/energieproductie, richt een ander zich op het verhogen van het organische stofgehalte en duurzame bodemvruchtbaarheid. De mogelijkheid bieden van keuzes is goed voor het draagvlak en de inzet van ondernemers. Bij duurzaamheidscertificering kan worden gedacht aan Veldleeuwerik, VVAK en GlobalGap.

VVAK
Het VVAK heeft tot doel een optimale voedsel- en voederveiligheid en kwaliteit te waarborgen voor alle akkerbouwmatig geteelde gewassen/producten. In de aardappelteeltwordt hier veelvuldig gebruik van gemaakt. Naast het voedselveiligheidscertificaat VVAK is door het Productschap Akkerbouw met inbreng van de NAV in 2012 de VVAK-module ‘Duurzaam Akkerbouw Bedrijf’ (DAB) ontwikkeld. Op 17 oktober 2012 heeft het verantwoordelijke ministerie deze module erkend. Sindsdien is er voor telers de mogelijkheid om aan de vrijwillige duurzaamheidsmodule VVAK mee te doen. Het duurzaamheidscertificaat VVAK is nu vooral interessant voor telers die zich op het gebied van ‘duurzaamheid’ willen profileren en voor telers met koolzaad, granen en industriegroente. In de telershandleiding VVAK is op pag. 12, 13 en 14 in een aparte tabel vermeld aan welke duurzaamheideisen een akkerbouwer moet voldoen om in aanmerking te komen voor het VVAK-duurzaamheidscertificaat. De handleiding kunt u inzien op http://www.productschapakkerbouw.nl/files/VVAK%20telerhandleiding%202013%20defx.pdf  De NAV ziet de VVAK-duurzaamheidsmodule als een goede en goedkope manier om de vergroening in te vullen via certificering.

GlobalGap en Veldleeuwerik
VVAK-certificering wordt gezien als een relatief goedkoop alternatief voor de dure GlobalGap-certificering. Waar mogelijk kiezen telers momenteel dan ook voor VVAK. Eventuele duurzaamheidscertificering via GlobalGap lijkt daarom vooral aan de orde te zijn voor teelten waarvoor deze certificering voor de afnemer wordt vereist. Certificering via Veldleeuwerik kan ook een optie zijn. Het lerend effect van telers onderling, elkaar uitdagen onder begeleiding van specialisten, is in de Veldleeuwerik systematiek een belangrijke pijler van het succes. Werken aan duurzaamheid wordt gezien als een continu proces van jaren. Veldleeuwerik-telers en -afnemers investeren in tijd en geld om de gezamenlijke doestelling te realiseren. De kracht van Veldleeuwerik brengt ook een ‘zwakte’ met zich mee, namelijk het moeilijk meetbaar maken van resultaten.

Meedenken, meebeslissen
Het is al vaak gezegd en geschreven: de NAV is voorstander van een heel ander EU-landbouwbeleid dan waartoe door de EU is besloten. Als een soort burgemeester in oorlogstijd probeert de vakbond er het beste van te maken en de ‘schade’ zo veel mogelijk te beperken. De komende maanden zal de NAV alles in het werk stellen om de invulling zo ‘akkerbouwvriendelijk’ en zo weinig mogelijk ‘akkerbouwvijandig’ in te vullen. Uw suggesties zijn zeer welkom. Voor de NAV blijft gelden: inkomen daar draait ’t om.

NAV, 4 januari 2014