Op 26 en 27 oktober was de NAV aanwezig op een conferentie in het Zuid-Franse Gaillac over de nieuwe Europese regels over zaadveredeling. Kunnen boeren in de toekomst vrij beschikken over uitgangsmateriaal? Veertig mensen uit België, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk, Spanje, Italië, Noorwegen en Nederland wisselden hun ervaring en kennis uit. Het Europees Parlement behandelt de voorstellen van de Europese Commissie waarschijnlijk in april 2014.

Op vier terreinen wordt nieuwe EU-wetgeving (Better Regulation) op uitgangsmateriaal voorbereid: vermarkting, klantgezondheid, controle en diergezondheid. De wet- en regelgeving is erg complex, zodat lastig valt in te schatten wat de gevolgen zullen zijn. In de nieuwe wetgeving blijft er ruimte voor boeren en kleine zaadbedrijven om zaden te veredelen en op de markt te brengen. Er is echter totaal geen bescherming tegen de juridische en financiële overmacht van de multinationale zaadbedrijven.

Oppassen
In de voorstellen van de Europese Commissie is ruimte om materiaal van oude rassen op kleine schaal onderling tussen boeren te ruilen en te verhandelen. Als boeren dit willen doen moeten ze zich als bedrijf laten registreren. Niet op grond van regels van vermarkting maar op grond van de regelgeving plantgezondheid.
De mogelijkheden van patenten op levend materiaal zijn niet aan banden gelegd, eerder verruimd. Als boeren moeten we op onze tellen passen om de controle over onze zaden niet geheel te verliezen. Controle van ras, kwaliteit en gezondheid wordt nu nog door onafhankelijke overheidsinstanties uitgevoerd. Volgens de voorstellen voor de nieuwe EU-wetgeving mogen de zaadbedrijven dat zelf gaan doen. Dit betekent dat de onafhankelijke overheidsinstanties ophouden te bestaan en dat kleinere zaadbedrijven bij hun concurrenten het onderzoek moeten laten doen om op de rassenlijst te komen. Het onderzoek is voor kleine zaadbedrijven te duur om dat zelf uit te voeren.

Inbreken
In zuidelijke EU-landen zijn veel initiatieven om oude rassen uit zadenbanken te halen en in de regio weer te vermeerderen en de gewassen te herintroduceren. Boeren proberen op deze manier de beschikbaarheid van en controle over zaden weer terug te krijgen. Met de voorgestelde EU-wetgeving rond patenten blijft het voor multinationale zaadbedrijven mogelijk om hier op in te breken door een marker-gen in te bouwen en dat vervolgens te patenteren.

Scherpe kantjes
Het is lastig om een strategie te bepalen rond deze regelgeving. Wijzen we alle wet- en regelgeving af omdat zaden onder controle van boeren zouden moeten zijn? Of proberen we de scherpe kantjes van de regelgeving te slijpen? Deze vragen zijn er ook rond genetische modificatie (GMO). Enerzijds vinden we dat de techniek wel gebruikt moet kunnen worden, aan de andere kant gebruiken de multinationale zaad- en gewasbeschermingsbedrijven de GMO en daarmee patenten om de volledige controle over zaden te krijgen. In een volgend nummer van Genoeg is Beter gaan we dieper in op de plussen en minnen van de EU-voorstellen rond zaden.

NAV, 2 november 2013