Half september verlaagde Albert Heijn de prijzen van meer dan duizend artikelen. Hierop reageerden andere ketens door eveneens de prijzen te verlagen. Daarmee was een nieuwe prijzenslag tussen de grote supers geboren. Eerdere prijzenoorlogen in deze branche hebben geleerd dat de supers deze prijsverlagingen voor een groot deel verhalen op leveranciers en op het eigen personeel. Ervaringen uit het verleden zijn niet altijd een garantie voor de toekomst, maar in dit geval hoefden we niet lang te wachten. Supermarktketen Plus beet de spits af door haar leveranciers per brief aan te kondigen dat ze moesten meebetalen aan deze prijsverlagingen.

De inkt van de vrijwillige gedragscode voor de supermarktbranche was nog niet droog, of in de praktijk bleek al dat dit niet effectief is. Dat is ook niet raar. Eerder had men in o.a. Engeland en Spanje hier al ervaring mee opgedaan. Daar bleek het systeem van een vrijwillige gedragscode en zelfregulering zelfs een tegenovergesteld effect te hebben. De aandacht voor ongewenste handelspraktijken bracht andere bedrijven op een idee en gingen ook over op de ongewenste handelspraktijken om geen concurrentienadeel te hebben.

Wat wel werkt leren ervaringen in Engeland. Daar is een organisatie die de handelspraktijken onderzoekt en bij overtreding geloofwaardige en serieuze sancties oplegt. Vergelijk de Autoriteit Consument en Markt (ACM, vroeger NMa) die de mededinging bewaakt zodat de consument een faire prijs betaalt. Een Autoriteit Producent en Markt (APM) zou in Nederland de handelspraktijken in de food- en agrimarkten kunnen bewaken zodat de producent een faire prijs ontvangt.
ACM en APM samen kunnen er voor zorgen dat de consument niet teveel betaalt en dat de handel niet ten koste gaat van de primaire producent.

NAV, 5 oktober 2013