De EU lijkt af te stevenen op afschaffing van de suikerquotering na 2017. De NAV vindt deze beleidskeuze onverstandig, ongewenst en ook zeer zorgelijk. Zowel de suikerindustrie als de telers stellen dat de EU niet overgeleverd mag worden aan de grillen van de wereldmarkt, ook niet na afschaffing van de suikerquotering. De EU-suikersector is daar niet klaar voor. Een goed vangnet is onmisbaar als bescherming tegen de wispelturige wereldsuikermarkt, meent de NAV.

De EU kent naast de suikerquotering een importheffing voor witsuiker (ca. € 400 per ton) en een minimum bietenprijs (€ 26,75 per ton standaardbiet van 16% suiker en 87 win). Verder is er nog een richtprijs van ruim € 400 per ton witsuiker en een beperkte suikerinterventie. In de discussie over afschaffing van het suikerquotum wordt voorbijgegaan aan deze marktinstrumenten die de EU ter beschikking heeft. Als de suikerquotering wordt afgeschaft, zijn deze van cruciaal belang.

Overschot
De prijsverschillen tussen surplus- en quotumsuiker zullen na beëindiging van de suikerquotering uiteindelijk verdwijnen. De suikerprijzen voor industrieel gebruik liggen nu ca. € 300 per ton witsuiker lager dan voor gebruik in voeding. Daarnaast zal een EU-suikeroverschot (met de optelsom van surplus- en quotumsuiker in de EU is dat eigenlijk ieder jaar al een feit) afgezet moeten worden op de wereldmarkt of, zoals nu, opgeslagen moeten worden. De wereldmarktprijs is momenteel al weer zeer laag (ca. € 380 per ton witsuiker), maar niet extreem laag. Het betekent dat de prijzen in de EU, ondanks een importheffing, zomaar naar het wereldmarktniveau kunnen zakken als de suikerquotering is afgeschaft. De minimumbietenprijs van € 26,75 is dan het enige houvast voor de bietentelers. Bij zo’n prijs is de teelt van bieten bij de huidige graanprijs onaantrekkelijk.

Bescherming nodig
Als de suikerquotering wordt afgeschaft zijn de importheffing en de minimumbietenprijs de enige marktinstrumenten die de teler nog kunnen beschermen. De huidige importheffing is, met uitzondering van de MOL-landen, hoog genoeg om de EU-teler te beschermen tegen import tegen wereldmarktprijzen. De MOL-landen die geen invoerheffing hoeven te betalen, lijken echter hun suikerproductie niet echt te verhogen. Zij kunnen naar verwachting goedkoper suiker van de wereldmarkt importeren.

Minimum naar € 43
De minimumbietenprijs van € 26,75 is duidelijk veel te laag om een rendabele bietenteelt in de EU overeind te houden. Deze minimumprijs zou duurzame bietenteelt mogelijk moeten maken indien de suikerquotering daarin niet meer kan voorzien. De minimumbietenprijs zou minimaal de kostprijs moeten dekken om de teelt zowel financieel als milieutechnisch duurzaam in de benen te houden.

De NAV vindt dat de minimumbietenprijs als vangnet omhoog moet naar minimaal € 43 per ton standaardbiet. Vóór 2006 was dat ook de maatstaf. Die prijs is alleszins gerechtvaardigd aangezien tegenover de efficiëntieverbetering van zowel teelt als verwerking, de Europese bietenteler geconfronteerd wordt met hogere kosten. Mocht de minimumbietenprijs worden afgeschaft of niet worden aangepast, dan zal de teelt van suikerbieten in menig EU-land zwaar onder druk komen te staan bij lage wereldmarktprijzen.

NAV, 1 juni 2013