Een vorm van samenwerking tussen de Verenigde Telers Akkerbouw (VTA) en de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) behoort op korte termijn tot de mogelijkheden. De besturen van beide organisaties onderzoeken de mogelijkheden en leggen samenwerking aan hun leden voor. Het is niet uitgesloten dat de informele samenwerking al binnen enkele maanden in gang wordt gezet.

Er is nauwelijks overlap tussen de werkzaamheden van beide organisaties. ‘VTA en NAV zijn complementair zeggen de voorzitters van beide organisaties.’ Terwijl de VTA zich met voorzitter Louis Beemsterboer concentreert op het verschaffen van markt- en prijsinformatie en op markttransparantie, richt de NAV zich onder leiding van Teun de Jong op de collectieve positieverbetering van akkerbouwers via lobby en andere vormen van belangenbehartiging. Beide voorzitters zien voordelen.

VTA-voorzitter Beemsterboer geeft aan dat zijn organisatie markt- en prijsinformatie levert die ook voor NAV-leden van belang is. ‘De markt- en prijsinformatie wordt de komende jaren belangrijker nu duidelijk is dat de collectief gefinancierde informatievoorziening door het Productschap Akkerbouw eind 2013 zal eindigen.’ Op dat moment zullen, zo verwacht Beemsterboer, ook NAV-leden meer behoefte krijgen aan de markt- en prijsinformatie die VTA kan bieden. ‘Dat zal zeker gelden als we volgens plan de informatievoorziening verbeteren en uitbreiden.’
NAV-voorzitter Teun de Jong beaamt dit en geeft aan dat de landbouwpolitiek van ‘Den Haag en Brussel’ zich niet alleen bemoeid met zijn leden maar ook met de akkerbouwers die zijn aangesloten bij VTA. ‘Ik weet eigenlijk wel zeker dat onze collega VTA-akkerbouwers alle belang hebben bij een goed fytosanitair beleid, bij een krachtige, gelijkwaardige positie in de keten met faire opbrengstprijzen, bij een perspectiefbiedend mineralen- en bodemvruchtbaarheidsbeleid en bij EU-landbouwbeleid waarin graan de spil is en dat leidt tot faire, kostendekkende opbrengstprijzen voor telers. Deze belangenbehartiging op al deze fronten is complementair aan al het goede dat de VTA biedt.’ Beide voorzitters geven aan dat ze staan voor het pure akkerbouwbelang.

Dat akkerbouworganisaties in Nederland meer samen optrekken lijkt voor de hand te liggen. Het aantal akkerbouwers daalt, aan afnemerszijde zijn de krachten al gebundeld en het is gewenst om de positie van telers in de keten te versterken. Zowel de VTA- als de NAV-voorzitter is van mening dat een krachtige akkerbouworganisatie gewenst is.

NAV, 17 janauri 2013