NMV, NAV, KNJV en NOJG trekken via een brief aan de bel bij het Interprovinciaal Overleg Provincies. Er is onvoldoende draagvlak voor het G7-akkoord over de ganzenbestrijding. Niet alleen de achterban van direct betrokken veehouders, akkerbouwers, grondbeheerders en jagers, maar ook een snel groeiend aantal andere betrokkenen zijn ervan overtuigd dat het akkoord niet werkt.

De vier organisaties stellen dat door het akkoord:
– de reductie van het (overzomerende) ganzenbestand tot het niveau van 2005 op de voorgestelde manier niet zal worden bereikt;
– de schade aan graslanden en akkerbouwgewassen niet zal worden gereduceerd tot een aanvaardbaar niveau.

‘Wij, melkveehouders verenigd in de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) en akkerbouwers verenigd in de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) zijn het ermee eens dat de ganzenstand terug moet naar het niveau van 2005, en kunnen dan leven met vergoeding van bedrijfsschade die realistisch is, niet gebaseerd op het aantal verloren kilo’s, maar ook voor groeivertraging door schade aan de grasmat en BEX-schade. Zolang die situatie niet is bereikt, zal schade aan onze gewassen volledig, gedurende het gehele jaar, vergoed dienen te worden. Ook verwachten wij realistische schaderegelingen voor bedrijven waarvan percelen worden aangewezen als rustgebied, met name inzake waardevermindering van de grond en de pachtprijs voor betrokken bedrijven.’

‘Wij, jagers verenigd in de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV) en de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG), worden mede belast met realiseren van het geformuleerde einddoel. Wij zijn ervan overtuigd dat de in het G7-akkoord beschreven jacht- en bestrijdingsmogelijkheden absoluut onvoldoende zijn om de nagestreefde reductie van de ganzen te realiseren. Alleen wanneer in aanvulling op het gestelde in het G7-akkoord in tijd, plaats en gebruiksmogelijkheden meer ruimte voor selectief ganzen afschot en schade bestrijding geboden wordt, verwachten wij een reële kans te maken het geformuleerde einddoel te helpen bereiken.’

De vier organisaties menen dat een breder draagvlak van betrokkenen onmisbaar is voor een succesvolle uitvoering en realisatie van een bevredigende aanpak van de ganzenoverlast. Ze nodigen het IPO en de provincies uit voor een gesprek om te komen tot een aanvaardbare oplossing en efficiënte aanpak van de ganzenproblematiek.

NAV, 8 januari 2013