In theorie biedt het Europese landbouwbeleid de mogelijkheid om te werken aan de duurzame, concurrerende en ‘emissieneutrale’ landbouw van de toekomst. In de huidige praktijk lijkt de Europese Commissie met haar drie ‘vergroeningseisen’ vooral natuurdoelen te willen ­nastreven. Dit is een zorgelijke ontwikkeling.

De eis van 7% ecologische ­beschermingszone zou in Nederland bijvoorbeeld neerkomen op het braak leggen van een aanzienlijk percentage vruchtbare, productieve grond. Dat gaat ten koste van de voedselproductie en leidt ertoe dat er alleen maar meer landbouwgrond nodig is. Het is niet wenselijk om met één landbouwbudget twee doelen na te streven. Het landbouwbudget is er voor duurzame voedselproductie, gebruik het daar dan ook voor.

Helma Lodders slaat met haar artikel ‘het is intensiveren of verhongeren’ over de toekomst van de Nederlandse landbouw de spijker op zijn kop. We moeten meer voedsel produceren met minder ‘inputs’ op een manier die het ­milieu zo min mogelijk belast. Het is opmerkelijk dat het nieuwe Europese landbouwbeleid niet op diezelfde criteria is gestoeld.

Het gaat sinds het klappen van de onderhandelingen over het ­totale EU-budget vooral over geld, maar we moeten ons goed realiseren dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid een grote rol kan spelen bij het vergroten en verduurzamen van de voedsel­productie in Europa.

De Nederlandse akkerbouwsector heeft laten zien in staat te zijn op een duurzame manier een hoge productie per hectare te behalen. Sinds 1975 zijn de opbrengsten per hectare van de drie belangrijkste gewassen — suikerbiet, aardappel en tarwe — met respectievelijk 83%, 43% en 61% gestegen. Dit terwijl de milieubelasting aanzienlijk is verminderd. De intensiteit van de belasting van het oppervlaktewater door akkerbouwemissies daalde in de periode van 1997 tot 2010 met 95%.

Daarnaast wordt zorgvuldiger omgegaan met meststoffen waardoor de overschotten van fosfaat en stikstof in de bodem zijn teruggelopen. Nederland is met deze cijfers wereldwijd een van de koplopers in het duurzaam produceren van akkerbouwgewassen.

Tegelijk wordt de noodzaak van verduurzaming alleen maar ­groter, omdat de vraag naar ­voedsel wereldwijd snel stijgt. En daar komt de vraag naar grondstoffen voor een groene economie (olie eruit, plantaardige ­grondstoffen erin) nog bij.

Wij zouden veel liever zien dat de Europese Commissie een aantal concrete doelen stelt die de voedselproductie duurzamer maken. Zoals het sluiten van kring­lopen (hergebruik fosfaat) en het op peil houden van de bodemvruchtbaarheid. Het is aan de sector zelf om te bepalen op welke wijze hij deze wil realiseren. Als we meer produceren met minder input op hetzelfde areaal landbouwgrond, blijft er bovendien meer grond beschikbaar voor natuur.

Wij rekenen erop dat Nederland, ook in de huidige budgetdiscussie, aandacht blijft vragen voor een duurzame landbouw die rekening houdt met de realiteit van het moderne boerenbedrijf. Zo kan er ook voor de toekomstige generaties voldoende en duurzaam voedsel geproduceerd worden.

De Commissie moet concrete doelen stellen, waarna de sector zelf bepaalt hoe ze die realiseert.

Door Jaap Haanstra 
en Teun de Jong in Financieele Dagblad 17 december 2012

Jaap Haanstra en Teun de Jong zijn voorzitters van respectievelijk akkerbouworganisaties LTO akkerbouw en NAV.