‘Regeren is vooruitzien’, wordt vaak gezegd. Maar ‘beheren is evenzo vooruitzien’. We doelen dan op de bodem beheren. De bodem duurzaam beheren om nu en straks over een gezonde, weerbare, bewerkbare en vruchtbare bodem te kunnen beschikken waarop de gewassen optimaal groeien. Met een kwalitatief en een kwantitatief mooie opbrengst, nu en straks. Vooruit boeren, dus.

Bodembeheer vraagt vooruit denken. Vanzelfsprekend moet het gewas in 2012 goed groeien. Als het goed is hebt u daar de afgelopen jaren de basis voor gelegd. Zo ook is het gewenst om in het nieuwe jaar verder te kijken dan oogst 2012. Precies zoals bij machines geldt: nu investeren om de komende jaren te kunnen oogsten. Nu investeren in een gezonde, weerbare, bewerkbare en vruchtbare bodem is een investering in de toekomst. Een investering om ook op iets langere termijn te kunnen oogsten.

Nu investeren
Inderdaad: de kost gaat voor de baat uit. Het is in tijden van lage prijzen heel verleidelijk om de investering in bodembeheer maar even achterwege te laten. Op korte termijn met het bedrijf ‘overleven’ kan soms haaks staan op investeren in duurzaam bodembeheer. Faire, kostendekkende prijzen (incl. ondernemersmarge) vormen de basis voor duurzaam bodembeheer, dus voor oogsten nu en straks. Duurzaam bodembeheer vraagt ook om het weerstaan van andere verleidingen. Als de prijzen en het inkomen goed zijn is er vaak ruimte om te investeren, maar wat wordt het: investeren in bedrijfsvergroting, in een nieuwe tractor, in bewaring of … in de bodem, met het oog op de oogsten in de toekomst?

Frendo van Heybeek vertelt in het interview op deze pagina hoe hij werkt aan een gezonde bodem voor een gezond saldo en dus vooruit boert.

Gezonde bodem voor gezond saldo
Het organische stofgehalte in de bodem gaat bij veel akkerbouwers achteruit. Dat heeft vervelende gevolgen, zoals moeilijk bewerkbare grond, hogere ziektedruk, meer kans op wateroverlast, droogtegevoeligheid door oppervlakkigere beworteling en slechte mineralisatie. Dat is slecht voor je saldo, zegt Frendo van Heybeek uit Oudenbosch, West-Brabant.

Frendo werkt fulltime bij DLV plant en heeft daarnaast met zijn vader een akkerbouwbedrijf op 90 hectare. Hij vertelt: Op een gemiddeld akkerbouwbedrijf hier in het Zuidwesten is het nodig dat er 2200 kg organische stof per hectare wordt aangevoerd om het organische stofgehalte in de bodem op peil te houden. De meeste akkerbouwbedrijven zitten met hun aanvoer een stuk lager, tussen de 1100 en 1600 kg. Dit komt o.a. door het steeds scherper wordende mestbeleid en het afvoeren van organisch materiaal zoals stro. Het betekent dat het organische stofgehalte daalt.

Stro verhakselen
De meest effectieve maatregel voor het verhogen van het organische stofgehalte is om het stro na de graanoogst te verhakselen op het land. Hakselen van één hectare levert dezelfde ‘aanvoer’ op als anderhalve hectare groenbemester onderploegen. Bij hakselen is het resultaat zeker en bij groenbemester moet je eerst nog afwachten of het wel helemaal lukt en er genoeg massa groeit. Vergeet ook niet dat stro NPK bevat die niet in de mestwet worden meegerekend.

Compost aanvoeren
Compost aanvoeren is ook een goed middel en past op bedrijven die met heel weinig fosfaatruimte veel organische stof willen aanvoeren. Veel akkerbouwers vinden dat echter te duur. Dat is niet waar. Het bevat mineralen als fosfaat, kali en stikstof waardoor je kunt besparen op kunstmest en je voert in verhouding veel organische stof aan op je bedrijf. Zet deze aanvoer van organische stof via compost eens af tegen de kosten van zaad en zaaien van een groenbemester voor de aanvoer van dezelfde hoeveelheid organische stof. Dan zie je dat compost zeker niet duur is. Ook is het gebruik van organische mest belangrijk. Op ons bedrijf wenden we alle fosfaat aan uit organische mest.

Organische stof
Als je puzzelt met de mogelijkheden, kun je een combinatie vinden die past op jouw bedrijf. Hiervoor is het heel belangrijk om een bemestingsplan in de winter op te stellen voor het komende seizoen. Organische stof is een belangrijk onderdeel van een gezonde bodem. Het bodemleven wordt gestimuleerd, de grond wordt beter bewerkbaar, je krijgt minder last van bodemziektes zoals sclerotinia, bepaalde soorten aaltjes en rhizoctonia en je krijgt een betere mineralenuitwisseling. Op ons eigen bedrijf zien we de resultaten en dat is per saldo positief. Ook in een jaar met slechte prijzen zorgt een hogere productopbrengst voor een bovengemiddeld saldo.

NAV, 10 december 2011