Sloten, paden, greppels, hagen, singels, (buffer)stroken langs sloten en stroken onder bomen. Elke akkerbouwer heeft dergelijke improductieve landbouwgronden en onderhoudt ze. Door boeren een redelijke vergoeding te geven voor deze gronden, loont het deze landschapselementen in stand te houden of aan te leggen. De boer bepaalt zelf welke gronden productief en welke niet-productief zijn. De NAV vraagt uw mening over toeslagen, of beter gezegd beloning, voor niet-productieve landbouwgronden.

Het ziet er naar uit dat in de periode 2014-2020 agrariërs voor hun inkomen afhankelijk blijven van toeslagen. Het GLB voor die periode lijkt voort te gaan op de weg van verdere liberalisering. Het managen van de markten van onder meer graan en zetmeel met uitzicht op kostendekkende opbrengstprijzen, lijkt politiek op onvoldoende draagvlak te kunnen rekenen. De bedrijfstoeslagen zijn destijds ingesteld ter compensatie van de prijsdalingen van de marktordeningsproducten. Nu de politiek door lijkt te willen op de liberaliseringskoers, blijven de basistoeslagen onmisbaar voor de inkomensvorming. De basistoeslagen dienen volgens de NAV ook in de toekomst zonder aanvullende eisen te worden verstrekt. Naast deze basistoeslagen zijn ‘opslagen’ gewenst voor gewassen waaraan in de EU een tekort bestaat en/of gewassen die uit het oogpunt van duurzaamheid maatschappelijk gewenst zijn. Het gaat dan onder meer om vezel- en eiwitgewassen en om het bevorderen van biodiversiteit.

Ondernemersactiviteit
De NAV vindt dat er ook een onderscheid gemaakt zou kunnen worden tussen productieve en niet-productieve landbouwgronden. De productieve gronden zouden in aanmerking moeten komen voor de basistoeslag en de opslagen. Voor de niet-productieve gronden met landbouwbestemming en in gebruik bij een agrariër, zou een specifieke beloning gegeven kunnen worden. Essentieel is dat de betreffende boer zelf aangeeft welke gronden hij als niet-productief aanmerkt en niet bemest, niet bespuit en niet bewerkt. Gedacht kan worden aan stroken van bijvoorbeeld tenminste drie meter. Door de boer zelf te laten bepalen, kan hij de mindere gronden hiervoor bestemmen en de scheidslijn productieve/ niet productieve grond ook afstemmen op wat uit het oogpunt van bewerking en verzorging handig is. Denk bijvoorbeeld aan de spuitbreedte, en het rechthoekig maken van de productieve percelen. Essentieel is ook dat de hoogte van de beloning het aantrekkelijk maakt en het loont landschapselementen, sloten, greppels, singels en hagen in stand te houden en bufferstroken en vogeltjesland aan te leggen. Het dient in de ogen van de NAV een echte ondernemersactiviteit te zijn met een volwaardige beloning en geen onkostenvergoeding.

Beloning
Gedacht kan worden aan een vergoeding van € 1.500 tot € 1.800 per hectare niet-productieve grond. Als elke boer 5% van zijn areaal aanwijst als niet-productief, dan is voor 90.000 ha bij een beloning van € 1.500 per ha een budget nodig van € 135 miljoen. De overheid moet tonen dat ze een betrouwbare overheid is en zekerheid bieden in de vorm van zes- of twaalfjarige contracten waarin de vergoedingsregeling is vastgelegd.
De beloning voor niet-productieve gronden mag volgens de NAV niet ten koste gaan van de basistoeslagen die nodig zijn om de gevolgen van prijsdalingen op te vangen en inkomensstabiliteit te bieden.

Uw mening
De NAV wil graag uw mening horen over het idee van een beloning voor niet-productieve gronden. U kunt uw mening geven door onder aan dit bericht een reactie te plaatsen, door een e-mail te sturen naar info@nav.nl of te faxen naar 0168 328 735.

NAV, 2 juli 2011