De grote Canadese fritesproducent Cavendish Farms pleit voor verlaging van de Europese invoerheffingen op diepgevroren frites. Op die manier zou Cavendish Farms beter in staat zijn frites naar EU-landen te exporteren. Dit pleidooi past in de vrijhandelspolitiek waar veel multinationals warme voorstanders van zijn. Tegelijkertijd constateren we dat Canada vaak als voorbeeld wordt genoemd van een goed functionerende marktbescherming met zuivelquotering. De NAV is niet enthousiast over het voorstel van Cavendish Farms om de EU-invoerheffing op frites te verlagen. De vakbond vindt dat het voedsel meer regionaal geteeld en verhandeld moet worden. Wanneer wij naar een meer duurzame wereld streven, dan moeten wij niet nog meer dan nodig, maar liever minder met producten over de aardbol slepen, dan nodig is. Om die regionalisering van de grond te krijgen, zijn importheffingen juist een prima instrument. Met een slimme inzet van importheffingen kan bijvoorbeeld de eiwitteelt in Europa van de grond komen.

Nu is het wel zo dat de groei van de fritesindustrie van de laatste jaren vooral mogelijk is geworden door de export van het eindproduct. En ook de goede aardappelprijs van dit jaar werd vooral aangejaagd door de exportmogelijkheden naar ondermeer Rusland. De lagere Russische invoerheffingen op aardappelen hebben de vraag uit dat land aangewakkerd en de prijs een flinke duw naar boven gegeven. Maar in algemene zin is de NAV voorstander van regionalisering van de landbouwmarkten waarbij de EU als een regio kan worden gezien. In dat licht zou het voorstel van Cavendish Farms tot het verlagen of afschaffen van de importheffing op diep gevroren frites afgewezen moeten worden.

NAV, 3 maart 2011