Een kleine 50 miljard euro heeft het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU in 2009 gekost. Een enorm bedrag waarvan je je nauwelijks een voorstelling kunt maken. Maar wat is veel?

Maar liefst 41% van de EU-begroting van 140 miljard euro werd in 2009 in beslag genomen door ‘landbouw’. Veel te veel klinkt het vaak vanuit andere sectoren, politiek, media en samenleving. Het mes erin!? Maar zoals zo vaak moet je ook hier wel appels met appels en peren met peren vergelijken.

Uit een grafiek  Alternatieve voorstellingen van de kosten van het GLB uit de presentatie van Europees commissaris Ciolos blijkt dat je de landbouwuitgaven ook op een andere wijze kunt beoordelen. ‘Landbouw’ is de enige sector waarin gemeenschappelijk beleid van de EU echt van de grond is gekomen. Logisch dus dat de EU-uitgaven voor landbouw hoog zijn in vergelijking met de uitgaven voor andere sectoren. Als we alle overheidsuitgaven in de EU (dus zowel de kosten van de afzonderlijke lidstaten als van de EU) meetellen, dan zijn de kosten van het landbouwbeleid slechts 0,5%. Beleidsmedewerker Fred Klein van het Productschap Akkerbouw vergeleek dit getal op de NAV-regiobijeenkomsten in Noordoost Nederland met de overheidsuitgaven in een paar andere sectoren. Op dezelfde manier vergeleken kost onderwijs in de EU meer dan 10%, defensie 9% en ook ontwikkelingssamenwerking is met 0,7% duurder dan landbouw.

Mede tegen de achtergrond van deze gegevens vindt de NAV het heel realistisch om het budget voor landbouw in de benen te houden.

NAV, 9 januari 2011