Ondanks het feit dat er soms kritiek kan zijn op het functioneren van productschappen, hebben deze publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties een aantal belangrijke taken. Dat zegt voorzitter Teun de Jong van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) naar aanleiding van voorstellen in de Tweede Kamer om de productschappen op te heffen.

‘Vooral de zelfreguleringstaken, collectief onderzoek, innovatie en marktinformatie zijn taken die een individuele ondernemer doorgaans niet zelf uit kan voeren. Bovendien weet ik zeker dat deze taken in een ketenorganisatie zoals het Productschap Akkerbouw meer bij de boerenpraktijk zullen aansluiten dan in een verder van de praktijk staande ambtelijke organisatie. Dit laatste geldt vooral voor de zelfreguleringstaken’, aldus Teun de Jong.

De NAV is ongelukkig met het er discussie stellen van de continuïteit van de productschappen zo kort na de ontmanteling van een eigen ministerie voor landbouw en het overhevelen van de activiteiten naar het nieuwe ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De NAV wil de productschappen in de benen houden maar hecht wel zeer aan de periodieke raadpleging van alle heffingplichtigen bij een bepaald productschap. Destijds nam de NAV het initiatief voor de periodieke raadpleging bij het Productschap Akkerbouw. ‘De raadpleging van alle heffingplichtigen staat weer gepland in 2011. Akkerbouwers kunnen zich dan weer opnieuw uitspreken over het functioneren van PA en de taken die PA nu en in de toekomst uit zou moeten voeren. Wij stellen voor dat in die raadpleging akkerbouwers zich ook uit kunnen spreken over het voortbestaan van het productschap. Ik vind het eigenlijk een beetje ondemocratisch als de Tweede Kamer zich nu uit zou spreken over het voortbestaan van productschappen zonder de raadpleging onder heffingplichtigen af te wachten.’ De NAV-voorzitter roept de Tweede Kamer en het kabinet op om even te wachten met besluitvorming tot na de raadplegingen onder heffingplichtigen.

NAV, 4 december 2010