Door de grote suikerbietenopbrengst in Europa en de gunstige wereldmarktprijs heeft de Europese Commissie besloten om nog eens voor een half miljoen ton surplussuiker exportcertificaten te verlenen. De extra export moet volgens de NAV als een incident worden betiteld.

De interne prijs voor surplussuiker beweegt zich rondom € 300 per ton, terwijl de wereldmarktprijs op dit moment boven de € 500 zit. Aangezien er meer dan genoeg surplussuiker is voor industrieel gebruik, is er nog extra ruimte bovenop de WTO-exportlimiet van 1,3 miljoen ton. Iedereen in de suikersector heeft nu baat bij deze export. De Europese Commissie worstelde echter met de vraag of dit binnen de WTO regels mocht. De Commissie heeft de export gemotiveerd met het argument dat de EU-productiekosten van surplussuiker gelijk zijn aan de huidige interne surplussuikerprijs.

De huidige gunstige wereldmarktprijs komt vooral door misoogsten in andere delen van de wereld. Gemiddeld eens in de tien jaar komen dergelijke incidenten op de wereldmarkt voor. Surplussuiker is beneden de huidige richtprijs van € 400 per ton witsuiker (overeenkomend met de huidige EU minimum prijs per ton bieten van € 26) in Nederland en waarschijnlijk in bijna alle andere landen in de EU niet rendabel te telen. Zelfs met de uitzonderlijk hoge opbrengst van gemiddeld 14 ton suiker in 2009 komt de kostprijs volgens NAV-berekeningen per ton standaardbieten van 16% nog altijd op € 35. De wereldmarktprijs ligt hier doorgaans ver beneden. De extra export moet volgens de NAV als een incident worden betiteld. Het behoud van het huidige suikersysteem in Europa is daarom essentieel voor een rendabele suikerbietenteelt.

NAV, 8 februari 2010