De NAV is blij met het besluit van het Europees Parlement over de nieuwe EU-gewasbeschermingsmiddelenrichtlijn.

Voor de NAV zijn een gelijk Europees speelveld voor het gebruik, kwaliteitsbehoud en opbrengstzekerheid, het behoud van kleine teelten en een redelijke overgangstermijn voor schadelijke middelen waar nog geen alternatieven voor zijn belangrijk. NAV-bestuurslid Klaas Hoekstra concludeert dat aan bijna alle voorwaarden lijkt te zijn voldaan. Er zijn nu drie zones ingesteld op basis waarvan de toelatingscriteria zijn gebaseerd die overeenkomen met klimatologische en geografische overeenkomsten. ‘Daardoor wordt het voor fabrikanten gemakkelijker om voor nieuwe en oude middelen toelating aan te vragen.’

Op deze manier zal Europa eerder aan een duurzamer gebruik van toelating van gewasbeschermingsmiddelen kunnen voldoen, zonder dat het de onderlinge concurrentiepositie gaat schaden. De NAV dringt er echter op aan dat ook geïmporteerde producten aan dezelfde criteria worden onderworpen aangezien het gevaar voor schadelijke stoffen niet bij de Europese grenzen ophoudt. Hierin kan ook een belangrijke taak liggen voor afnemers door middel van certificering.

NAV, 14 januari 2009