In een wereld met schaarser wordende grondstoffen en voedsel is op termijn vlees en visconsumptie een luxe. De door de mens benodigde eiwitten kunnen goed en smakelijk door planten geleverd worden.Het innovatieproject Kiemkracht waarin Productschap akkerbouw, LTO en NAV samenwerken, ziet kansen in de onweerstaanbare eiwit- HipHapjes van het land. Na de NAV zien ook anderen kansen voor plantaardige eiwitgewassen in Nederland.

De vraag naar eiwitgewassen in de wereld stijgt met circa 5% per jaar. Meer dan 80% van de plantaardige eiwitproductie is sojaboon. De belangrijkste sojaproducenten zijn VS, Brazilië en Argentinië. De EU importeert meer dan 70% van haar plantaardige eiwitten voornamelijk uit deze landen die genetisch gemodificeerde soja produceren. Boeren in de VS ontvangen jaarlijks een hectaretoeslag en een minimum garantie prijs voor het stimuleren van de sojaboonproductie. De sojaboon levert naast eiwitten (38-45%) ook sojaolie (ca. 20%). De VS stimuleren de export van biodiesel op basis van sojaolie met ca. 18 eurocent per liter. Hierdoor komt de biodieselproductie in de EU onder druk te staan. In juni 2008 heeft de Europese Commissie een onderzoek gestart naar dumpingpraktijken van de VS. De EU soja-importen worden voornamelijk gebruikt voor veevoeding. Vleesconsumptie draagt bij aan broeikasgasemissies. Voor het produceren van een slachtvarken van 115 kg is er 321 kg veevoer nodig. Op droge stof basis is de verhouding nog ongunstiger. De belangrijkste EU-eiwitgewassen zijn erwt, veldboon, zoete lupine en koolzaad.

Blokkades
De relatief hoge kostprijs van plantaardige eiwitten in de EU in combinatie met gesubsidieerde goedkope importen van genetisch gemodificeerde plantaardige (soja)eiwitten, is een belangrijke blokkade voor het van de grond komen van eiwitgewassen in Nederland en in Europa. De mengvoederbedrijven blijven gebruik maken van de goedkope importen. De tweede blokkade is het nagenoeg geheel ontbreken van zaadveredelingsprogramma’s voor plantaardige eiwitten in de EU. Daardoor blijft de vernieuwing en ook de opbrengstverhoging van soorten en rassen achter. Een derde blokkade is de tot nog toe geringe acceptatie van vegetarische producten bij retail en consument.

Hoogwaardig
Kiemkracht ziet het verminderen van de afhankelijkheid van plantaardige eiwitimporten en het stimuleren van EU plantaardig eiwit als een uidaging. Door het creëren van nieuwe, hoogwaardige producttoepassingen van plantaardige eiwitten (en haar nevenproducten) is de kostprijs van minder belang dan de kwaliteit van deze producten. Het Hiphapje zou zo’n hoogwaardig eiwithapje kunnen worden. ‘HipHapje is door uitstraling, vorm, gemak en smaak een onweerstaanbaar veganistisch product. Het is opvallend design food waarmee de consument in de winkel, in de keuken en aan tafel trots wil pronken en getuigt van haar/zijn goede smaak en ecologisch bewustzijn. Hiphapje producten zijn nieuwe design food producten op basis van plantaardige eiwitten met het doel markt te creëren voor puur vegetarische producten die niet vlees of visvervanger pretenderen te zijn maar een intrinsieke waarde uit zichzelf hebben. Deze producten worden gemaakt van bonen en granen en zijn een volwaardig dieetcomponent. Door de unieke vormgeving zijn de producten opvallend en gewild,’ aldus Kiemkracht.

Belgen maken werk van alternatieve eiwitbronnen
Op 9 oktober was er in Brussel een studiedag ‘Alternatieve eiwitbronnen’. Die studiedag was belegd door het Platform Maatschappelijk Verantwoorde Diervoederstromen. Opmerkelijk is de diversiteit van deelnemers in dat platform: het Vlaamse Ministerie van Landbouw, de Belgische Boerenbond, de organisatie van veevoerproducenten, maar ook niet-goevermentele organisaties (ngo’s) als Wervel en Greenpeace. Wervel is de motor achter dit platform. Wervellid Luc van Krunkelsven geldt als internationaal soja-expert en was als zodanig ook op het NAV-eiwitsymposium afgelopen winter. In het Belgische Platform is overeenstemming over een tweesporenbeleid: ‘Zoveel mogelijk duurzame soja aankopen en nog meer Europese plantaardige eiwitten produceren.’ ‘Nog meer’, merkt een Wervelmedewerker enigszins cynisch op, ‘wil dat zeggen meer nog dan de huidige 1,5% van het Europese areaal en de 0,5 promille van het Belgische areaal die nu aan eiwitteelt besteed wordt?’ Naast een inleiding over de eisen aan eiwitten voor veevoer was er een overzicht van de huidige praktijken van eigen eiwitvoorziening in vooral de melkveehouderij. Daarnaast was er verslag over in België lopend onderzoek naar de mogelijkheden van mengteelten granenpeulvruchten en naar de teelt van lupinen. Lupine is vanwege zijn hoge eiwitgehalte en gunstige aminozuursamenstelling een goede vervanger voor soja in veevoer. NAV-er Joop de Koeijer deed de Belgen de (landbouwpolitieke) geschiedenis van de peulvruchtenteelt uit de doeken. De teksten van de inleidingen zijn binnenkort te vinden op www.wervel.be

NAV, 20 november 2008