De NAV zoekt samenwerking met gelijkgezinde organisaties in Nederland en in de wereld. ‘Met onze visie op landbouwbeleid gaan we tegen de stroom in, samenwerken met anderen sterkt je’, weet NAV vice-voorzitter Joop de Koeijer.

De trips naar Frankrijk, naar organisaties als de Confédération Paysanne de Coordination Rurale en de contacten met Family Farmers in Amerika hebben de NAV door de jaren heen veel steun en inspiratie opgeleverd. Het zijn gelijkgezinden wat betreft de visie op de toekomst van de landbouw en het te voeren landbouwbeleid. Natuurlijk zijn er verschillen, maar wat ons bindt is veel groter dan wat ons scheidt. Allemaal strijden we tegen de dominante liberaliseringsstroom. Ook in Nederland zoeken we naar gelijkgezinde organisaties. Ik denk aan de Nederlandse Melkveehouders Vakbond en de samenwerking in het Platform Aarde Boer Consument. In dat verband gaan we binnenkort met de landbouwleden van de Tweede Kamer praten over de Health Check van de Europese Commissie. Samen met andere organisaties leggen we meer gewicht in de schaal, maar bovendien is de NAV in haar eentje niet in staat alles te behappen. Samenwerken heeft hier dus een praktische en strategische reden.

Ups en downs
De NAV is zeker ook in voor samenwerking met milieu- en ontwikkelingsorganisaties. Dat gaat gepaard met ups en downs, met teleurstellingen en bescheiden succesjes. Van een hechte coalitie is geen sprake. Het is steeds zoeken naar samenwerking op deelterreinen. Met ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib vormden we een gelegenheidscoalitie over het suikerbeleid. Dat maakte een paar jaar geleden grote indruk, zowel in de landbouw als in de politiek. Inmiddels is voor Oxfam Novib het suikerdossier afgehandeld, heeft men andere prioriteiten en hebben voor ons belangrijke mensen de organisatie verlaten. Daar komt bij dat het Nederlandse Novib internationaal binnen Oxfam het verwijt kreeg met ‘verkeerde partners’ op te trekken. Samenwerken met maatschappelijke organisaties vraagt veel inspanning en doorzettingsvermogen. De kloof is groot, een wereld van verschil. Stoppen met de samenwerking? Nee, zeker niet. In de NAV-visie op landbouw en landbouwbeleid zit meer winst voor derde wereld en milieu, veel meer dan in de dominante stroming van liberalisering.

Elkaar informeren
Contacten en samenwerken zijn waardevol. Een voorbeeldje. Milieudefensie richt haar pijlen op de veehouderij. Dankzij de NAV-inbreng pleit die organisatie voor het gebruik van meer Europees veevoer, eiwit, in de Nederlandse veehouderij. We hebben Milieudefensie ons bedrijf laten zien en vertelt hoe de teelt van eiwitrijke gewassen in Europa om zeep is geholpen en wat de link is met de enorme soja-importen. Het was nieuw voor hen, maar ik moet bekennen dat we als akkerbouw ook steken hebben laten vallen toen door de teelt van eiwitgewassen in feite een streep is gezet door de EU. Destijds, 20 jaar geleden, hadden we als akkerbouwers het afschaffen van de eiwitteelt niet geruisloos als een voldongen feit moeten accepteren. Achteraf is duidelijk dat het ontstaan van graanoverschotten samenvalt met het moment waarop pats-boem de eiwitteelt om zeep is geholpen. Achteraf stel ik vast dat wij als akkerbouwers dit veel eerder heel indringend aan de orde hadden moeten stellen bij milieu- en ontwikkelingsorganisaties. Hier kom ik op een belangrijk aspect van samenwerken: elkaar informeren, van gedachten wisselen en zo mogelijk op deelonderwerpen samen optrekken.

NAV, 19 december 2007