Het is mogelijk dat er in de toekomst in Nederland genetisch gemodificeerde (gmo) gewassen geteeld gaan worden. Er zijn ook telers (o.a. biologische) die absoluut vrij van gm-gewassen willen blijven. Er kan door kruisbestuiving vermenging van gm-gewassen en gangbare gewassen optreden. Daarom hebben NAV, het Hoofdproductschap Akkerbouw, LTO, Plantum NL (kwekers) en Platform Biologica in 2005 afspraken gemaakt over isolatieafstanden die door de teler van gm-gewassen in acht moeten worden genomen om kruisbestuiving van een naburig gelijksoortig gewas te voorkomen. Dit noemt men dan coëxistentieafspraken. In 2006 zijn die coëxistentieafspraken in een HPA-verordening vastgelegd. Voor maïs wordt er nog een tweejarige proef gedaan om te kijken of de isolatieafstanden werkelijk voldoende zijn om die vermenging in de praktijk te voorkomen.
Het overleg gaat nu verder over het instellen van een schadefonds, waar een teler zich kan melden als hij denkt toch schade te hebben door vermenging. De bedoeling van het Schadefonds is dat de teler die schade heeft dit via het fonds vergoed kan krijgen en niet een eindeloze rechtsgang hoeft te volgen om zijn schade te kunnen verhalen. Als de teler van een gm-gewas zich niet aan de afspraken heeft gehouden, is het duidelijk op wie de schade verhaald kan worden. Voor het geval dat iedereen zich aan de afspraken heeft gehouden en er toch aanwijsbaar schade is veroorzaakt, is het schadefonds bedoeld. De NAV vindt het belangrijk dat dit schadefonds er komt.  Over de precieze opzet van het Schadefonds, en vooral over de financiering hiervan, wordt nu overleg gevoerd. 

NAV, 16 mei 2007