Brazilië speelt een steeds belangrijkere rol in de wereldhandel in landbouwproducten. Brazilië behoort tot de top drie van de wereld voor zowel de productie als export van bijvoorbeeld rundvlees, pluimveevlees, sojabonen en koffie. De groeicijfers voor bijna alle landbouwsectoren zijn enorm. En met het beschikbare areaal lijkt Brazilië nog lang niet uitgegroeid. Volgens schattingen is er nog 100 miljoen hectare beschikbaar voor de landbouw.

Dat staat in het rapport Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht? Het is een verslag van een studiereis in 2005 van vertegenwoordigers van het ministerie van LNV en de Nederlandse agrosector in combinatie met literatuuronderzoek.
Belicht worden onder andere het Braziliaanse landbouwbeleid, de positie van Brazilië in internationale handelsbesprekingen, de suiker- en biobrandstoffenindustrie, de (pluim)veesector en de teelt van soja.

Wereldwijd behoort Brazilië tot de grootste producenten en exporteurs van agrarische producten. Deze positie is voor een groot deel te danken aan de vele comparatieve voordelen die Brazilië heeft, zoals de enorme hoeveelheid beschikbare landbouwgrond, een gunstig klimaat en de grootste zoetwatervoorraad ter wereld. Deze factoren samen leiden tot een gevarieerde landbouw met producten die zowel gematigde als tropische klimaatzones kenmerken.

Landbouwbeleid
In de jaren 90 werd een proces van aanzienlijke hervormingen ingezet. Handel werd geliberaliseerd, overheidsbedrijven geprivatiseerd en nationale markten gedereguleerd. Over het geheel genomen had de agrosector baat bij deze beleidshervormingen. De verminderde bescherming voor industriële producten verbeterde de ruilvoet voor landbouwproducten. De producenten van exportgewassen profiteerden van verlaging in exportbelasting en de afschaffing van volumerestricties op de export. De groei dreigt echter te smoren in het achterblijven van investering in met name de infrastructuur.

Handelsstrategieën
Als handelspartner laat Brazilië steeds nadrukkelijker van zich horen. Het verbeteren van markttoegang is een sleutelelement van onderhandelingen die Brazilië op verschillende niveaus voert. Hoewel Brazilië een duidelijke voorkeur heeft voor de multilaterale route via de WTO is het belang van verbeterde markttoegang in andere landen dermate groot dat het land ook de regionale en bilaterale weg bewandelt.

Suikerindustrie
Hoewel bijna de helft van het in Brazilië geproduceerde suikerriet bestemd is voor de productie van ethanol, behoort Brazilië al langere tijd tot de top drie van ’s werelds suikerproducenten. Het areaal is in de periode 1984-2004 met zo’n 50% toegenomen, en de opbrengst per hectare is sterker gestegen dan gemiddeld in de rest van de wereld. De Braziliaanse suikerrietindustrie heeft zichzelf als doel gesteld om de productie van riet per 2009 met 180 miljoen ton per jaar te verhogen, bijna 45% meer dan de bijna 330 miljoen ton die geoogst werd in 2004/05.

Varkensvlees
Kenmerkend voor de Braziliaanse varkenssector zijn de lage productiekosten, de uitstekende klimatologische omstandigheden en de mogelijkheid om op een (maatschappelijk) verantwoorde wijze de productie verder uit te breiden. De grootschalige productie in Brazilië wordt beheerst door zeer modern geleide integraties. Deze hebben de interne kwaliteit van voer tot en met eindproduct onder controle en behalen technische resultaten die niet onder doen voor die van westeuropese bedrijven. De kostprijs is laag en wordt gunstig beïnvloed door goedkope huisvesting, lage arbeidskosten en lage financieringslasten. Brazilië heeft een geschat marktaandeel van 14% in de wereldhandel van varkensvlees.

Pluimveevlees
De groeicijfers voor de pluimveesector zijn spectaculair. In 1990 werd ruim 2 miljoen ton pluimveevlees geproduceerd tegen 9 miljoen ton in 2004. Net als voor varkensvlees geldt de grootschalige teelt van maïs en soja en dus de aanwezigheid van goedkoop voer als een voorname reden, net zoals lage arbeidskosten, een grote vraag naar mest en een gunstig klimaat. Toepassingen van dezelfde technieken in de pluimveehouderij en –slachterij als in de VS, in combinatie met de inbreng van buitenlandse rassen en een gunstig klimaat en goedkope grondstoffen voor veevoer zorgen voor een zeer concurrerende sector.

Van de productie werd in 2003 ongeveer 25% geëxporteerd, met als voornaamste bestemmingen Europa (filet), Midden Oosten (hele kuikens), Rusland (pootvlees), China (looptenen) en Japan (ontbeend pootvlees).
Brazilië verwacht een verdere groei van de export, met kansen in nieuwe landen in Azië, Zuid-Amerika, Canada en Mexico. Ook een toename in de export van pluimveevlees in bewerkte vorm naar Europa, speciale producten voor Japan en verwerkt vlees voor het Midden-Oosten ligt in de lijn der verwachting.

Zie voor meer informatie het rapport ‘Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht? – Productie en beleidsontwikkelingen in de
Braziliaanse agrosector’ op de site van LNV.

Ministerie van LNV, 12/01/06

NAV, 18 januari 2006