Als onderdeel van het 8e Actieprogramma Nitraat (8e AP) heeft het ministerie nieuwe gebruiksnormen voor zand en löss vastgesteld en worden de NV-gebieden vervangen door aandachtsgebieden, beide met ingang van 1 januari 2026.

Gebruiksnormen

De minister heeft de Commissie Deskundigen Mest (CDM) om advies gevraagd over nieuwe gebruiksnormen op zand en löss, zodat de waterkwaliteitsdoelen worden gehaald. De CDM onderscheidt in haar advies drie zandregio’s en löss. Per regio wordt bepaald of een gewas uitspoelingsgevoelig is of niet. Het advies heeft de gebruiksnormen voor akker- en tuinbouwgewassen (AT) op drie manieren berekend: 1. Per gewas moet de norm worden gehaald; 2. Voor alle AT-gewassen samen moet de norm worden gehaald en 3. Per regio moet de norm worden gehaald, waarbij AT-gewassen meer ruimte krijgen omdat grasland een gunstig effect heeft.

Het ministerie heeft dit advies gekoppeld aan recentere cijfers over waterkwaliteit dan de CDM heeft gebruikt en aan de ex-ante evaluatie (evaluatie vooraf) van de WUR. Daarmee komt men op onderstaande voorstellen.

De N-gebruiksnormen worden niet aangepast op klei en veengrond, omdat het grondwater daar al aan de norm voor nitraat voldoet. De aanpassingen gelden dus alleen voor de zand- en lössgronden. Zand wordt onderverdeeld in noordelijke + westelijke zandgronden, centrale zandgronden en zuidelijke zandgronden.

Op noordelijke + westelijke zandgronden bevat het grondwater gemiddeld 40,7 mg/l nitraat en voldoet daarmee aan de nitraatnorm van 50 mg/l. De gebruiksnormen worden voor enkele gewassen licht verhoogd tot 85% van het bemestingsadvies. De normen voor niet-uitspoelingsgevoelige AT-gewassen die nu al hoger liggen dan 85% blijven hetzelfde.

Op centrale zandgronden ligt het nitraat net rond de norm, namelijk 50,7 mg/l. Het ex-ante onderzoek laat zien dat de norm in 2030 gehaald zal worden. De CDM adviseert verhoging van de normen tot 76-83% van het bemestingsadvies. Nu is de hele regio NV-gebied met lagere normen. De normen worden verhoogd t.o.v. die in NV-gebied in 2025. Voor alle gewassen wordt de norm 85% van het bemestingsadvies. Alleen cichorei, wat al een norm boven 85% had, houdt die gebruiksnorm hoger dan 85%.

Op zuidelijk zand is het gemiddelde nitraatgehalte van grondwater 79,7 mg/l. De CDM berekent dat de gebruiksnormen voor AT-gewassen naar 33-44% van het bemestingsadvies zouden moeten gaan als geen rekening gehouden wordt met grasland. Het ministerie wil nu naar 55% van het bemestingsadvies. De normen liggen nu op 56-60% van het bemestingsadvies en worden dus iets verlaagd. Het ministerie komt tot 55% en niet nog lager door andere gewassen niet meer ruimte te geven en grasland mee te rekenen. Men voorziet bij nog lagere normen te grote problemen om de gewassen te kunnen telen.

Op lössgrond zijn de adviezen van CDM en WUR verschillend en is besloten nu geen wijzigingen aan te brengen in de gebruiksnormen en nader onderzoek te doen.

Aandachtsgebieden N

De aandachtsgebieden voor N dienen ter vervanging van de NV-gebieden waar de oppervlaktewaterkwaliteit onvoldoende is. Vergeleken met de NV-gebieden wordt er gebruik gemaakt van meer gedetailleerde stroomgebieden en nieuwe berekeningen van de bijdrage van de landbouw. Er worden nu alleen gebieden voor N aangewezen, die voor P volgen in 2027. In P-aandachtsgebieden zal geen N-korting meer worden opgelegd. Er zijn twee soorten aandachtsgebieden: categorie 1 waarin een matige overschrijding van de waternormen is en de kortingen 10% van de gebruiksnormen worden en categorie 2, waar het water slechter is en 20% korting wordt opgelegd. De 10 en 20% korting zijn t.o.v. het bemestingsadvies.

Reactie NAV

In het algemeen zullen de meeste akkerbouwers er iets bemestingsruimte bij krijgen. Het hanteren van de 85% norm op noordelijk en centraal zand vinden wij wel erg aan de voorzichtige kant. Het is wel goed dat gewassen die in die gebieden nu al een hogere norm hebben die behouden. Het blijft wel knellen op zuidelijk zand en daarbij zijn ook vraagtekens te plaatsen bij sommige conclusies, zoals de uitspoelingsgevoeligheid van suikerbieten op zuidelijk zand. De NAV waardeert wel de insteek om de pijn te verzachten door grasland mee te rekenen.

In het algemeen is de NAV positief over het vervangen van de NV-gebieden door gedifferentieerde aandachtsgebieden. Waar weinig aan de hand is hoeft minder te worden beperkt dan waar meer aan de hand is met de waterkwaliteit. En we zijn af van de onzinnige N-korting in gebieden met alleen P-overschrijding.

Op de voorstellen kan t/m 9 november een zienswijze worden ingediend via www.internetconsultatie.nl/stikstofgebruiksnormen/b1. Daar vindt u ook de kaartjes met aandachtsgebieden.