Welke punten uit de verkiezingsprogramma’s raken de akkerbouw?
Op 29 oktober gaat Nederland zoals u weet naar de stembus om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen. Inmiddels zijn alle verkiezingscongressen geweest en de programma’s vastgesteld. De NAV licht er een aantal onderwerpen uit die relevant zijn voor de akkerbouw. Vanwege de beperkte ruimte in dit blad gaan we niet in op de stikstofkwestie. Wanneer partijen niet genoemd worden bij een onderwerp hebben ze geen standpunt opgenomen in het verkiezingsprogramma.
Voedselproductie en voedselzekerheid
Er is in vergelijking met de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 en 2021 duidelijk meer aandacht bij de partijen voor voedselproductie en voedselzekerheid. BBB pleit voor een lange termijnstrategie voor voedselzekerheid en wil daar binnen het ministerie een directie voor oprichten. CDA wil behoud van de landbouw. CU wil meer waardering voor voedsel. FvD wil voedselautonomie tot speerpunt verheffen. JA21 wil de toonaangevende positie van de Nederlandse voedselproductie behouden. NSC wil een duurzame transitie met nadruk op voedselzekerheid. PVV stelt dat de geopolitieke situatie aantoont dat voedselzekerheid geen luxe is maar noodzaak. SGP wil de agrarische sector behouden en een voedselstrategie ontwikkelen. VVD ziet ook het geopolitieke belang van voedselproductie en wil behoud van de sector, waarbij ze landbouwkundige kennis en innovaties ook als mooie exportproducten zien. Kortom, de woorden voedselproductie en voedselzekerheid zijn eindelijk breed doorgedrongen in de landbouwparagrafen van de politieke partijen.
Een aantal partijen heeft een duidelijk andere visie. PvdD ziet gezond voedsel wel als basisvoorziening, maar wil dat o.a. bereiken met alleen plantaardige productie en dan bij voorkeur biologisch. GL-PvdA wil beperking van de sterk exporterende landbouwsectoren en een omslag naar duurzame kleinschalige landbouw. Op die lijn zit ook SP, die pleit voor schaalverkleining met inzet op het familiebedrijf. Volt tenslotte wil een omslag naar natuurinclusieve landbouw.
Grondbeleid
Verschillende partijen hebben, vaak voor het eerst, ook iets opgenomen over grondbeleid. BBB wil een afwegingskader voor functieverandering van agrarische grond waarbij voedselzekerheid wordt meegewogen. CDA, CU en NSC willen alle drie een vorm van bescherming van agrarische grond voor productie en extensievere zones rondom natuurgebieden. Daarvoor wil CDA de Dienst Landelijk Gebied nieuw leven inblazen en regionale grondbanken opzetten. CU wil wel bescherming van agrarische grond, maar ook het voorkeursrecht van gemeenten versterken om grond beschikbaar te krijgen voor woningbouw en een nieuwe ruilverkaveling. Volt wil een grondbank met eerste recht van koop door de overheid.
D66 wil 50.000 ha meer natuur en SP wil 10% van de agrarische grond bestemmen voor landschapselementen, waarbij boeren een vergoeding krijgen voor beheer.
Milieudoelen
Wat betreft milieudoelen springt voor akkerbouw de waterkwaliteit er uit. De SGP wil herziening van de Europese Nitraatrichtlijn en wil dat niet meer heel Nederland als kwetsbaar gebied wordt aangewezen, waardoor Actieprogramma’s Nitraat niet meer voor heel Nederland zouden gelden. JA21 wil herziening van de Kader Richtlijn Water (KRW), omdat geen enkel land aan de doelen in de huidige KRW kan voldoen. GL-PvdA stelt dat Nederland de slechtste waterkwaliteit van Europa heeft door overbemesting en gewasbescherming en wil een verplicht ‘water en bodemplan’ voor boeren.
Gewasbescherming
Over gewasbescherming hebben alle partijen behalve DENK een standpunt. BBB wil behoud van voldoende middelen en mogelijkheid voor ontheffingen. Deze partij wil dat middelen niet worden verboden als er geen alternatieven zijn (conform EC), is voorstander van nieuwe technieken en pleit voor het blijven vasthouden aan de wetenschappelijke beoordeling door Ctgb en EFSA. CDA wil meer aandacht voor geïntegreerde gewasbescherming en groene middelen en pleit voor behoud en vereenvoudiging van de KUG. CU wil groene middelen sneller beschikbaar krijgen. Ook moet volgens deze partij het Ctgb de toelating aanpassen aan natuur, milieu en volksgezondheid. De NAV snapt niet wat men hiermee bedoelt, want de toelating is al gebaseerd op de effecten op deze zaken. CU wil ook een verbod voor de toepassing van glyfosaat op gras en groenbemesters. Men zet in op sterke vermindering van gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met precisielandbouw. Tenslotte vindt de CU dat kleine teelten wel behouden moeten worden en daar dus middelen voor beschikbaar moeten blijven.
FvD wil dat eenmaal toegelaten middelen toegelaten blijven. Deze partij wil een gelijk speelveld binnen de EU en zet in op innovatie en precisielandbouw. JA21 wil meer geld naar het Ctgb om de toelatingsprocedures te versnellen en wil biologische teelt stimuleren. NSC wil minder afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen en meer inzetten op innovatie en precisielandbouw. PVV is weinig uitgesproken maar wil in het algemeen deregulering en geen strenge EU-verboden. SGP stelt een ingrijpende wijziging in het toelatingsbeleid van de EU voor: van ‘hazard based’ naar ‘risk based’. Hazard based houdt in dat een stof, wanneer deze in de pure vorm kankerverwekkend, hormoonverstorend is of de reproductie beïnvloedt, deze niet toegelaten wordt. Bij risk based wordt meegewogen hoe groot de blootstelling van mens en milieu is. Zo is cafeïne niet toegelaten als insecticide omdat de pure stof kankerverwekkend is. Alleen de EU werkt met hazard-based, de rest van de wereld werkt op basis van het blootstellingsrisico. Verder wil SGP dat telers die groene middelen en precisielandbouw gebruiken meer toegang krijgen tot correctiemiddelen. Middelen verbieden alleen helpt niet, stelt deze partij. Maar wel wil men afspraken met afnemers dat geen gewasbeschermingsmiddelen worden ingezet alleen voor een perfect uiterlijk van het product. SGP is ook voorstander van nieuwe veredelingstechnieken, mits men binnen de soortgrenzen blijft. Ook VVD is voorstander van CRISPR-Cas en ziet verder veel in meer groenere middelen.
Aan de andere kant van het spectrum zijn een aantal partijen fel tegen gewasbescherming. D66 wil strengere eisen aan gewasbeschermingsmiddelen en de inzet van milieubelastende middelen terugdringen. GL-PvdA wil een streng pesticidebeleid en snel een verbod op middelen zoals glyfosaat, op PFAS in landbouwgif en op gewasbescherming in lelieteelt, rondom natuur en rondom waterwingebieden. PvdD streeft naar chemievrije landbouw en minstens 1 op 6 rotatie in het bouwplan. De partij stelt: ‘Totdat het gebruik van landbouwgif is gestopt, wordt het direct verboden in de buurt van woningen en scholen (minstens 500 meter afstand), openbare wegen, fiets- en wandelpaden en plekken waar mensen werken, kinderen spelen, dieren verblijven en natuurgebieden aanwezig zijn. De gezondheid van mensen, dieren en natuur gaat voor op de economische belangen van de telers.’ Ook is PvdD voor gentech-vrij voedsel en een verbod op patenten op zaad. Ook SP wil gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zo snel mogelijk afbouwen en glyfosaat verbieden.
Handelsverdragen
Wat betreft handelsverdragen zien we dat veel partijen boerenbelangen en/of dierenwelzijn en/of het milieu niet willen laten lijden onder handelsverdragen van de EU met andere landen en dat als voorwaarde stellen. PvdD wil een heffing aan de buitengrens voor wat we zelf duurzamer kunnen produceren. SP wil dezelfde eisen aan importproducten als aan eigen producten in de EU. JA21, PVV en FvD willen geen EU handelsverdragen maar nationale verdragen met derdelanden.
Overige onderwerpen
Net als voedselzekerheid is ook doelsturing voor het eerst doorgedrongen tot een paar verkiezingsprogramma’s, waarbij gesproken wordt over inzet van de boerenkennis. CDA wil dat doen met een lijst van geborgde maatregelen.
SGP pleit verder voor behoud van de landbouwvrijstelling en wil betere winst/verlies verrekening voor de belasting.
Volt wil geen hectarepremies meer in het GLB, maar alleen vergoeding voor ecoactiviteiten. SGP wil juist dat voedselproductie een belangrijke pijler blijft in het GLB.
Tenslotte wil SGP minder mededingingsregels voor primaire producenten.
Conclusie NAV
De NAV is verheugd dat een aantal van onze speerpunten van de afgelopen jaren inmiddels in diverse programma’s zijn opgenomen, namelijk het belang van voedselproductie, de wens om landbouwgrond te beschermen en de negatieve effecten van handelsverdragen op productie en verduurzaming hier. Wat betreft gewasbescherming valt ons op dat een aantal partijen denkt dat ‘het net zo goed zonder middelen kan’. Groene middelen, innovatie, precisielandbouw en nieuwe veredelingstechnieken gaan ons zeker helpen in de nabije toekomst, maar al te strenge ingrepen gaan de voedselproductie zeker schaden. Ook valt ons op dat er nergens gesproken wordt over de gevolgen voor de voedselprijzen.
Al met al een wisselend beeld, met de meest uitgesproken plannen aan beide zijden van het politieke spectrum. U vindt een tabel mt standpunten per partij hier: 2025-10-02 Overzicht voor akkerbouw relevante punten in verkiezingsprogramma’s











