NAV in het algemeen positief over plannen 8e Actieprogramma
Minister Wiersma heeft de globale plannen voor het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn bekendgemaakt. De NAV is bij eerste lezing in het algemeen positief. De Kamerbrief wordt vergezeld van een aantal bijlagen, waaronder de ex-ante beoordeling van 51 mogelijke maatregelen voor het 8e AP door WUR, het advies van de CDM over het plan van verschillende akkerbouwpartijen voor een alternatief voor de 1 oktober maatregel, een update van de berekening van de landbouwbijdrage en een rapport van de WUR over harmonisatie van de bufferstroken.
Wat de NAV waardeert, is dat de minister duidelijk kijkt hoe het staat met de waterkwaliteit en probeert weg te blijven van nationale generieke beperkingen. Er wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen de verschillende grondsoorten en binnen zand tussen noord, midden en zuid. Aangezien de waterkwaliteit in veel kleigebieden goed is en ook in zand noord en zand midden in het algemeen goed is, worden maatregelen alleen opgelegd daar waar het echt nodig is voor de waterkwaliteit. De NAV waardeert het ook zeer, dat de minister in de ex-ante doorrekening ook heeft laten berekenen wat maatregelen doen voor het boereninkomen en de inpasbaarheid in de bedrijfsvoering heeft laten bekijken. Er wordt gewerkt aan doelsturing, wat in het 9e AP een volwaardig alternatief moet worden voor generieke maatregelen.
De maatregelen die nu in beeld zijn zijn o.a. voor alleen zuidelijk zand en löss verplicht 1 op 3 of 2 op 6 rustgewassen. Voor de andere zandgronden blijft het 1 op 4. Verder worden de bufferstroken op klei en veen waar de waterkwaliteit in orde is versmald van 1 – 3 m naar 0,5 – 1 m. Dit is echt een zeer positieve wending en iets waar de NAV ook sterk voor heeft gepleit.
De huidige NV-gebieden vervallen per 1 januari 2026. Er worden daarvoor in de plaats aandachtsgebieden aangewezen waar de waterkwaliteit nog niet in orde is. Als het alleen om P-overschrijdingen gaat worden geen kortingen meer opgelegd op stikstofbemesting, een terechte correctie waar de NAV op heeft aangedrongen! P-vervuilde gebieden krijgen zoals het er nu uit ziet te maken met verplichte infiltratiegreppels in de bufferstroken. In N-vervuilde gebieden wordt de korting afhankelijk van de mate van vervuiling: hoe meer N in het water hoe groter de korting, maar nooit meer dan de huidige 20%.
De plannen zijn nog niet overal concreet. Er wordt nog gekeken naar aanpassing van de N-gebruiksnorm, de aandachtsgebieden moeten nog worden bepaald enz.
De NAV is tevreden dat de Commissie Deskundigen Mest (CDM) positief is over het alternatief uit de sector voor de 1-oktober maatregel: ‘Geconcludeerd wordt dat het alternatieve voorstel vanggewassen van de sector perspectiefvol is en een gelijk effect kan hebben op de waterkwaliteit als de huidige stimuleringsregel vanggewassen.’ Maar we zijn teleurgesteld dat ons alternatief op dit moment nog niet de 1 oktober maatregel gaat vervangen.
Samenvattend is ons beeld dat de minister maatregelen alleen wil opleggen daar waar nodig voor de waterkwaliteit en daarbij oog heeft voor het effect op het boereninkomen en de inpasbaarheid op het bedrijf. Ook worden stappen richting doelsturing gezet. De NAV denkt dat dit alles zal bijdragen aan het draagvlak in de sector. Wij zullen uiteraard alle documenten in detail doornemen en een zienswijze indienen op de voorliggende plannen.











