Dit artikel is bijgewerkt na de publicatie van de programma’s van DENK en NSC.

De verkiezingen voor de Tweede Kamer worden gehouden op 22 november en langzamerhand zijn de meeste verkiezingsprogramma’s in ieder geval in concept gepubliceerd. In juli heeft de AVB-tafel (akkerbouw, bollen, vollegrondsgroenten) een gezamenlijk statement naar alle partijen gestuurd, waarin we aandrongen op het ontwikkelen van een visie op voedselproductie, het instellen van doelsturing en het faciliteren van weerbare gewassen telen. De NAV heeft aanvullend ook een eigen statement gestuurd, met name over gelijk speelveld, handelsverdragen en een behoorlijk inkomen.

Het eerste wat opvalt bij het doorlezen van de programma’s is dat de meeste partijen uitgebreid uitspraken doen over landbouw en alles daar omheen. Dat gaat (veel) verder dan alleen stikstof. Wij geven u hier een zo neutraal mogelijk overzicht van de hoofdpunten die voor de akkerbouw belangrijk zijn. Daarbij geldt: wanneer een partij niet genoemd wordt, is dat omdat er over het betreffende punt niks in het programma staat.

Visie op voedsel

De NAV pleit er al een tijd voor om een Europese en Nederlandse visie te ontwikkelen op voedselproductie: hoeveel willen we nu eigenlijk produceren, waar en hoe. Verschillende partijen breken een lans voor behouden van voedselproductie in Nederland. BBB wil voedselzekerheid wettelijk laten meewegen in landgebruik. Voedselzekerheid ziet BBB als Europese kwestie. BVNL wil voedselsoevereiniteit tot speerpunt maken en uit de Green Deal stappen. Ook JA21 wil voedselproductie prioritair maken en is kritisch op de Green Deal. De PVV pleit voor behoud van voedselproductie in eigen land waarbij de boeren een eerlijke prijs krijgen. Het CDA wil productie zowel voor regionale als voor Europese en wereldmarkt afzet behouden. Ook de SGP pleit voor behoud van de bijdrage van Nederland aan de internationale voedselvoorziening, met name (NW) Europa. Men wil dat met behoud van de schaal van familiebedrijven. Volt is voorstander van productie voor de eigen markt en de wereldmarkt van wat we hier duurzaam kunnen produceren. De SP wil productie vooral voor eigen regio inclusief de buurlanden. D66 en PvdD willen dat er een voedselvisie wordt ontwikkeld. D66 wil minder export en meer kennisexport. VVD wil behoud van de innovatieve agrarische sector. GL-PvdA wil hoogwaardige productie voor Nederland en de regio en een Gemeenschappelijk Voedselbeleid. De CU wil dat de agrarische sector qua omvang en werkwijze in balans komt met de natuur. NSC pleit voor ruimte voor voedselproductie en wil een strategie ontwikkelen voor voedselzekerheid op nationaal niveau.  De vruchtbare Nederlandse delta houdt bij NSC een belangrijk rol in productie voor nationale en internationale markten.

Grond

Om voedselzekerheid te bewerkstelligen doen verschillende partijen voorstellen voor grondpolitiek. Het CDA pleit voor het beschermen van vruchtbare landbouwgronden tegen functieverandering. Ook de SGP wil landbouwgrond beschermen. BBB ziet voedselzekerheid als Europese kwestie en men wil daarom Food2050 gebieden aanwijzen, analoog aan Natura2000 gebieden. De CU wil een afwegingskader voor functieverandering van landbouwgrond. BVNL wil geen opkoop van landbouwgrond voor natuur. Vruchtbare landbouwgrond moet volgens NSC worden beschermd door een agrarische hoofdstructuur aan te leggen waarbinnen functieverandering wordt voorkómen.

Hiertegenover staan D66 en PvdD die juist resp. meer en veel meer natuur willen op landbouwgrond. GL-PvdA wil een grondbank instellen én een voorkeursrecht op alle landbouwgrond vestigen. CU wil een grondbank ten behoeve van kringlooplandbouw.

Productiewijze

Wat betreft hóe de productie moet plaatsvinden zijn sommige partijen meer uitgesproken dan over hoevéél productie er moet blijven. De PvdD wil 100% plantaardig zonder kunstmest, dierlijke mest of chemische gewasbeschermingsmiddelen. D66 hamert op kringlooplandbouw (overigens zonder een definitie te geven). Ook CU wil kringlooplandbouw. Over weerbare teeltsystemen, gewasbescherming, mest, bodembeheer en waterkwaliteit schrijven veel partijen ook in meer detail.

Gewasbescherming en weerbare teelten: De PvdD wil een verbod op alle chemische gewasbeschermingsmiddelen. D66 wil een verbod op het preventief inzetten van gewasbeschermingsmiddelen. CU wil verplichtende Europese afspraken tot afbouw van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. BVNL wil juist dat het middelenpakket behouden blijft. De SGP pleit voor minder afhankelijkheid van chemische middelen maar wil dat er in de transitie wel een voldoende breed middelenpakket beschikbaar blijft en dat bij knelpunten er sneller een ontheffing wordt gegeven. Om de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen pleit een aantal partijen (CU, CDA, SGP, VVD, NSC) voor meer groene middelen. Ook nieuwe veredelingstechnieken zoals CRISPR-Cas worden genoemd. BBB en Ja21 zijn voor toelating van deze technieken, PvdD is tegen. GL-PvdA is alleen voor toelating na toets op maatschappelijke wenselijkheid. SGP is voorstander mits toegepast binnen de soortsgrenzen.

Bemesting: Wat mest betreft noemen een paar partijen het gebruik van dierlijke mestproducten als kunstmestvervangers ( BBB, VVD, D66, SGP). BBB pleit er daarnaast voor dat boeren voldoende dierlijke mest moeten kunnen blijven toepassen. BVNL wil méér ruimte voor dierlijke mest. CU wil 100% grondgebondenheid voor melkveehouders en 100% verplichte mestverwerking voor andere dierlijke sectoren, SGP is hier juist op tegen. CU wil het gebruik van kunstmest afbouwen en vervangen door eiwitgewassen, groenbemesters en dierlijke mest. PvdD wil helemaal af van dierlijke mest en kunstmest en alleen telen met plantaardige mest en groenbemesters. Ook D66 wil kunstmestgebruik afbouwen. SGP wil een meer gebiedsgericht mestbeleid, meer ruimte bij hoge opbrengsten en een fosfaatvrije voet voor alle meststoffen met hoog organische stof gehalte.

Waterkwaliteit: Om de kwaliteit van water en bodem te verbeteren, pleiten CU en D66 voor het verbieden van bepaalde teelten op uitspoelingsgevoelige grond. D66 en PvdD willen een ruimere rotatie voor aardappelen verplicht stellen, evenals mengteelt of strokenteelt, dus geen monoculturen meer. PvdD wil geen teelten meer toestaan die geen duurzaam doel dienen en wil een verbod op gangbare bollenteelt. Dat laatste wordt ook genoemd door D66. Het CDA wil verbeteren van bodem en water verplicht stellen maar het wel aan de boer overlaten hoe hij/zij dit bereikt. PvdD wil juist voorschrijven dat er niet meer geploegd mag worden. NSC wil ook dat het water schoner wordt, maar met name ook het water wat via de rivieren ons land binnenkomt.

Doelsturing

Dit brengt ons op het begrip doelsturing, iets waar de AVB-tafel gezamenlijk sterk voor heeft gepleit. Uitgesproken voorstanders van doelsturing zijn BBB, CDA, CU, SGP, VVD, BVNL en NSC. De (afrekenbare) stoffenbalans wordt genoemd. CU wil een duurzaamheidsdashboard. SGP wil een toets op praktische haalbaarheid van maatregelen. D66 is wel voor een mineralenbalans maar stelt verder een aantal verplichtende en beperkende maatregelen voor. GL-PvdA zijn voor verplichte deelname aan het Deltaplan Agrarisch Water, maar daarbij moet de boer dan wel zelf maatregelen kunnen kiezen. PvdD wil dat het vakmanschap van de boer wordt gewaardeerd.

Handelsverdragen en gelijk speelveld

In veel programma’s is er aandacht voor de gevolgen van handelsverdragen voor de verduurzaming van de landbouw en voor de boeren hier. Veel partijen willen een gelijk speelveld met importproducten, ook wat betreft productiewijze: BBB, CDA, CU, PvdD, VVD, SP, SGP, PvdD, Volt, BVNL en NSC. SGP en PvdD gaan nog verder en willen landbouw buiten vrijhandelsverdragen (SGP) of helemaal geen verdragen (PvdD). GL-PvdA wil meer ‘groene handelsverdragen’ met strengere eisen voor voedsel, maar benoemt niet direct productiewijze. Mercosur wordt negatief genoemd door een aantal partijen.

GLB en inkomen

Verschillende zaken worden genoemd die invloed hebben op het boereninkomen. Ten eerste doen verschillende partijen voorstellen voor het GLB. SP wil vooral waardering voor duurzame boeren, GL-PvdA wil het GLB omvormen naar Gemeenschappelijk Voedselbeleid met alleen beloning voor biologische en natuurinclusieve boeren en ecosysteemdiensten. BBB wil het GLB simpeler en de Gecombineerde Opgave afschaffen. PvdD wil het hele GLB op de schop: er moet alleen geld zijn voor omschakeling naar duurzaam en plantaardig en als dat is voltooid moet het GLB worden afgeschaft. SGP pleit juist voor behoud van de basisinkomenssteun en wil max. 40% van het GLB inzetten voor ecoregelingen, gericht op grotere weerbaarheid tegen droogte en ziekten.

SGP heeft als enige in het programma expliciet opgenomen dat voor stabiele boereninkomens en stabiele voedselprijzen markt- en prijsbeleid nodig kan zijn.

Daarnaast worden andere zaken genoemd om het inkomen te verbeteren: korte ketens bevorderen (BBB, CDA), ‘fair trade’ of Farmer Friendly of één duurzaamheidslabel waarvoor wordt betaald (SGP, BVNL, D66), eerlijkere margeverdeling (CDA, CU, SGP, VVD), eerlijke prijzen (NSC), meer ruimte voor boeren om zich te organiseren in de markt (CU, SGP, PvdD). Een aantal partijen pleit voor (langjarig) betalen voor ecosysteemdiensten (BBB, CDA, CU, D66, GL-PvdA, Ja21, NSC). Wel valt op dat verdienvermogen en neveninkomsten wel eens door elkaar gehaald worden. Wij verstaan onder verdienvermogen het kunnen leven van het akkerbouwbedrijf en zaken als een camping op de boerderij als neveninkomsten.

Klimaat en beschikbaarheid van water

De SGP wil dat boeren de mogelijkheid krijgen voor een fiscale klimaat- en investeringsreserve. Ook wil deze partij dat de waterschappen de landbouw ondersteunen in het zoeken naar oplossingen om aan voldoende zoet water te komen. BBB wil dat beter gekeken wordt naar de verdeling van zoet water. BVNL wil dat de overheid beregening faciliteert. Daartegenover staan CU, D66, GL-PvdA en PvdD die alle grondwateronttrekkingen vergunningplichtig willen maken. CU wil dat ook voor oppervlaktewater. PvdD en D66 willen dat bij droogte drinkwater én de natuur voorrang krijgen boven landbouw.

En verder

Tot zover wat in onze ogen de hoofdpunten zijn voor de akkerbouw. Er zijn nog verschillende losse punten die het vermelden waard zijn. SGP gaat uitgebreid in op pacht en pleit o.a. voor een vrijstelling voor Box 3 voor particuliere verpachters en voor een pachtprijs die gekoppeld is aan het opbrengend vermogen van de grond. CU wil een Ecologische Autoriteit Landbouw instellen, vergelijkbaar met de Ecologische Autoriteit voor natuur. Volt en SGP willen geen zonnepanelen op landbouwgrond en CU wil energieopwekking door boeren toeschrijven aan de klimaatopgave van landbouw en niet zoals nu gebeurt aan de energiesector. SGP en CU pleiten voor behoud van het kwekersrecht. BBB en CU vragen beiden aandacht voor onderwijs: breng kinderen in contact met de landbouw. GL-PvdA pleit voor meer expertise bij de overheid en minder roulatie van topambtenaren. NSC is wel voor de teelt van gewassen voor biobased economie, maar niet voor biomassaverbranding. NSC wil de teelt van eiwitgewassen stimuleren. DENK wil dat regels en normen in lijn zijn met buurlanden en vindt dat de natuurkwaliteit realistisch moet worden gemeten.

Conclusie NAV

Hierboven staat uiteraard maar een selectie uit de programma’s. De NAV heeft een overzichtstabel gemaakt die beschikbaar is voor onze leden (via info@nav.nl). In algemene zin kunnen we stellen, dat onze jarenlange lobby om aandacht te vragen voor de negatieve invloed van vrijhandelsverdragen op verduurzaming van de landbouw hier in Nederland en de EU vruchten heeft afgeworpen: de noodzaak van een gelijk speelveld ook wat betreft productiewijze voor importproducten wordt door veel partijen erkend. Ook positief is het in onze ogen groeiend besef dat vruchtbare landbouwgrond het beschermen waard is. En in ieder geval één partij pleit nu ook voor markt- en prijsbeleid indien nodig.

Wat betreft gewasbescherming en mest zijn de partijen verdeeld volgens de bekende lijnen. Sommige zaken dragen in onze ogen niet bij aan duurzaamheid, zoals het verbod op preventief inzetten van gewasbeschermingsmiddelen, of een verbod op ploegen. We hopen dat de voorzichtig ingezette omslag naar doelsturing en optimaal gebruik maken van het boerenvakmanschap de overhand zal krijgen.

Op 8 november organiseert de NAV een avond waarop u in gesprek kunt gaan met verschillende landbouwwoordvoerders.