Alweer verkiezingen: de NAV input!
Voor de derde keer in 5 jaar zijn er in oktober Tweede Kamerverkiezingen. Terwijl er in de landbouw en op menig ander gebied behoefte is aan gewoon eens een langere periode rust in de tent en werken aan oplossingen, wordt alles nu weer onderbroken. Wat betekent dit voor de akkerbouw?
Voor de akkerbouw zijn gewasbescherming, het 8e Actieprogramma Nitraat en het nieuwe GLB de meest dringende dossiers. Met daarnaast de voortdurende druk op het areaal. Wat betreft het 8e AP heeft minister Wiersma een tijdslijn uitgezet in een brief aan de Tweede Kamer. Aangezien het Europese regelgeving betreft die op 1 januari 2026 moet ingaan, gaat de uitwerking van de plannen gewoon door. Datzelfde geldt voor het nieuwe GLB, wat in 2027 ingaat. Van een aantal dossiers is nog niet duidelijk of er door het demissionaire kabinet aan mag worden doorgewerkt, zoals de geplande 500 miljoen per jaar extra voor agrarisch natuurbeheer.
Vooruitgang
De vorige verkiezingen voor de Tweede Kamer waren in november 2023. De NAV heeft toen, net als in 2021, input geleverd voor de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen door onze belangrijkste punten toe te sturen. Dat hebben we nu weer gedaan. Deze punten vindt u hier: Input Nederlandse Akkerbouw Vakbond voor TK verkiezingen 2025.
Wat opvalt is dat ondanks de korte tijd tussen de verkiezingen er toch een aantal positieve wijzigingen heeft plaatsgevonden. Waar wij in 2023 ons nog hard moesten maken voor het opstellen van een voedselstrategie en aandacht voor de strategische waarde van voedselproductie, is intussen voedselzekerheid toegevoegd aan de naam van het ministerie en is er in Brussel een voedselvisie ontwikkeld als hoofdlijn voor het beleid de komende vijf jaar.
Ook doelsturing is door minister Wiersma inmiddels op de kaart gezet door een begin hiervan op te nemen in het 8e Actieprogramma. De NAV vindt dat een omslag van generieke beperkingen naar doelsturing meer recht doet aan verschillen tussen bedrijven en tegelijkertijd akkerbouwers uitdaagt om met slimme oplossingen te komen.
Innovatie is ook weer duidelijker aanwezig in het beleid dan in de kabinetten Rutte het geval was. Hopelijk blijft er aandacht voor de innovatiekracht van de akkerbouw en kunnen moderne, innovatieve bedrijven een goede toekomst tegemoet zien.
Onder Wiersma zien we ook een andere verandering: er is oog voor de uitvoerbaarheid van beleid op het boerenerf. Een deadline zoals inzaaien van vanggewassen wordt niet zoals eerder onder Schouten een dag voor de deadline veranderd, maar zes weken van te voren zodat boeren er ook daadwerkelijk iets aan hebben. En bij nieuwe maatregelen zoals in het 8e Actieprogramma wordt het effect van maatregelen op het inkomen meteen meegenomen bij het van te voren doorrekenen van de effecten. Tot nu toe zagen we vooral na afloop van een Actieprogramma, of wanneer maatregelen al hoog en breed waren geïmplementeerd, dat men eens ging rekenen aan het effect op het boereninkomen. Dat de WUR daarbij bijvoorbeeld bij doorrekening van bestaande maatregelen in 2023 tot de conclusie kwam dat deze maatregelen zoals o.a. bufferstroken het akkerbouwinkomen met tienduizenden euro’s deed dalen kwam voor beleidsmakers als een verrassing.
Hopelijk blijft de meer praktische benadering zoals deze onder Wiersma heeft vorm gekregen ook onder een volgende minister in stand!
Misvattingen over landbouw
De NAV zal zich de komende tijd nog meer dan normaal inspannen om misvattingen over de landbouw te bestrijden. In verkiezingsretoriek worden ingewikkelde zaken nogal eens platgeslagen tot een simpel al of niet kloppend beeld. Juist in verkiezingstijd zijn de frames over o.a. landbouw niet van de lucht.
Een voorbeeld: een journalist van Keuringsdienst van Waarde die bij de talkshow Humberto zegt: ‘Ja Tracer, daar zit glyfosaat in en dat wordt gelinkt aan gezondheidsproblemen.’ Alsof een kersenteler glyfosaat over zijn kersen gaat spuiten. Dan heb je toch echt helemaal niks begrepen van dit dossier. Maar iedereen gelooft het en de rectificatie, als die er al komt, krijgt altijd minder aandacht dan de oorspronkelijke fout. Een ander voorbeeld is iemand die op Schiphol werd geïnterviewd over vliegschaamte in verband met klimaat, antwoordde in de trant van: ‘Ik hoef zelf niet te veranderen zolang de boeren te koppig zijn om te stoppen.’ Zo iemand verdiept zich totaal niet in de materie, laat staan dat ze zelf verantwoordelijkheid nemen voor eigen handelen.
De NAV kijkt regelmatig met verbazing naar de discussies die over de landbouw worden gevoerd. Een bekende is: landbouw staat maar voor 1,4% van het Bruto Nationaal Product en er gaat veruit de meeste subsidie naartoe, dus waarom heffen we de landbouw niet gewoon op? Men gaat daarbij totaal voorbij aan de intrinsieke waarde van eigen productie van voedsel, een eerste levensbehoefte. We kopen het wel in op de wereldmarkt en bijna niemand die zich realiseert wat dit voor de voedselvoorziening in armere landen betekent: deze neemt af. Terwijl wij in de vruchtbare rivierdelta van dit continent wonen met ideale omstandigheden voor akkerbouw, met goede bodem en een gematigd klimaat, vindt een toenemende groep mensen dat landbouw vooral te veel ruimte in beslag neemt en te veel vervuiling veroorzaakt. Vervuiling die men overigens wel makkelijk accepteert van zaken als autorijden, medicijngebruik, drugsgebruik, vliegen, enzovoort enzovoort. Dat het o.a. in Zuid-Europa steeds moeilijker wordt om gewassen te telen vanwege de oplopende temperaturen wordt genegeerd. Nee, de NAV vindt niet dat Nederland de wereld moet voeden, maar gezien onze ligging vinden wij wel dat we hier ons steentje moeten blijven bijdragen aan de voedselzekerheid. En dat betekent ook export van uitgangsmateriaal als zaaizaad en pootgoed waar ze elders goede gewassen mee kunnen telen.
Oproep
Onze oproep is dan ook: mensen, realiseer je hoe belangrijk de productie van voldoende goed en veilig voedsel is en heb ook empathie voor mensen die niet in een rivierdelta zijn geboren maar in woestijnen of berggebieden. En aan de politiek: ga door met het ontwikkelen van een voedselstrategie en erken de strategische waarde van eigen voedselproductie. En geef de akkerbouw de ruimte en mogelijkheden om nog verder te verduurzamen en bij te dragen aan doelen op gebied van productie van voedsel en biobased gewassen, klimaat, biodiversiteit en milieu. Het spreekt voor zich dat daar een goed inkomen voor akkerbouwers bij hoort.